§ 2.2 De spreiding van wereldsteden

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
Vorige les herhalen
Lezen 2.2 + uitleg
Zelfstandig werken


Pak alvast Laptop + Boek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wereldstad is altijd ook een hoofdstad.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een grote stad is altijd een wereldstad.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is geen voorbeeld van een wereldstad
A
tokyo
B
london
C
utrecht
D
newyork

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze steden is geen wereldstad?
A
Parijs
B
Tokyo
C
Jakarta
D
Milaan

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een megastad heeft meer dan.....
A
Geen specifiek aantal inwoners
B
10 duizend inwoners
C
10 miljard inwoners
D
10 miljoen inwoners

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hoofdstad?
A
Vaak grootste en belangrijkste stad van een land
B
Stad waar de regering van een land zit
C
Altijd de grootste stad van het land
D
Mooie stad in het land

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er bijzonder aan de Nederlandse hoofdstad?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdstad van Frankrijk?
A
Amsterdam
B
Kopenhagen
C
Brussel
D
Parijs

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Hier wonen meer dan 10 miljoen mensen.
Liggen grotendeels in Azië. 
Veel inwoners en veel invloed op de wereld.
New York, Tokyo, Londen. 
Hier zit vaak de regering.
Amsterdam.
Global cities

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werken de meeste mensen die in steden wonen vaak in de tertiaire/secundaire sector?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

*Tokyo behoort tot alle drie!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

megastad/wereldstad?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

megastad/wereldstad?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen 2.2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stedelijk netwerk
In rijke landen: meerdere grote steden verspreid over het land (denk maar aan Nederland). Vaak zijn de steden met elkaar verbonden = steden dicht bij elkaar werken veel samen = een stedelijk netwerk. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle stedelijke netwerken in Nederland.
Arnhem en Nijmegen werken veel samen = een stedelijk netwerk.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primate City
In armere landen: er is vaak één grote megastad die veel groter én belangrijker is dan de tweede stad van dat land. Deze liggen vaak aan de kust. Voorbeeld: Thailand = Bangkok, 8 miljoen inwoners. De tweede stad = Nonthaburi, 500 000 inwoners. 

In rijkere landen: Parijs, 2,2 miljoen inwoners. De tweede stad = Marseille, 861 000 inwoners. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Londen is een echte stad, want...
- Veel inwoners 
- Hoge bebouwingsdichtheid 
- Veel functies en voorzieningen voor omgeving 

Kenmerken van een stad

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stad die vele malen groter 
en belangrijker is dan de tweede
stad in een land
Primate cities

Slide 22 - Tekstslide

Een primate city (Engels voor voornaamste stad) is een stad die qua inwoneraantal en economische, politieke en culturele significantie veel groter is dan alle andere steden in het land of de regio.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaring stedelijke spreiding (1)
Steden liggen niet zomaar ergens, er zijn drie factoren die een rol spelen:

1. De kenmerken van het gebied: 
Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden. Bijna altijd bij water: aan de kust of aan een rivier. Dat was/ is handig voor de handel. 
= de absolute ligging.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaring stedelijke spreiding (2)
De relatieve ligging: de ligging van een stad ten opzichte van andere plaatsen. Parijs ligt bijvoorbeeld gunstig: midden in het land met goede verbindingen naar andere steden.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaring stedelijke spreiding (3)
Het koloniale verleden. In vroegere koloniën/ de armere landen liggen veel steden aan de kust in verband de haven. Zo'n stad is goed te herkennen: het heeft een oud stadsdeel meer richting het binnenland. En een nieuw deel dat door kolonisten was gebouwd.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oude stad heeft smalle, kronkelige straten, terwijl het stratenpatroon van het nieuwe, westerse deel brede en rechten straten heeft. 
= een koloniale dubbelstad. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Steeds meer mensen in de stad

Verstedelijkingsgraad = het percentage mensen in een land dat in een stad woont. 

Verstedelijkingstempo = het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.

Rijke landen: veel mensen wonen in de stad. Er is een hoge verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is laag. 

Arme landen: er wonen niet veel mensen in de stad. Er is een lage verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is er hoog. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vestigingsoverschot
In de stad is dus een vestigingsoverschot: het positieve verschil tussen het aantal mensen dat vertrekt en dat zich vestigt.
> er komt meer bij dan dat er weggaat.

Voorbeeld: als een stad groeit omdat mensen van het platteland/dorp naar de stad verhuizen. Vaak jonge mensen die op zoek zijn naar een betere of leukere toekomst in de stad. En daar soms ook een gezin krijgen.


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil verstedelijkingsgraad/verstedelijkingstempo?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijkingsgraad
Het percentage van de bevolking in een land dat in de stad woont.
Verstedelijkingstempo
Het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad toeneemt.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk werelddeel zal de verstedelijkingsgraad de komende jaren het meeste toenemen? Hoe kun je dat zien?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
2.2 huiswerk voor volgende les opdracht 1,2,3,4 en 6 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAUW! DIT WEET JE AL :-)

  • Megastad
  • Wereldstad
  • Hoofdstad
  • Leven in een mega/wereldstad
  • Stedelijk netwerk
  • Spreiding van steden
  • Koloniale dubbelstad
  • Verstedelijkingsgraad/tempo
  • Vestigingsoverschot


  • Leerdoelen 2.1 en  2.2

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAUW! DIT WEET JE AL :-)

  • Megastad
  • Wereldstad
  • Hoofdstad
  • Leven in een mega/wereldstad
  • Stedelijk netwerk
  • Spreiding van steden
  • Koloniale dubbelstad
  • Verstedelijkingsgraad/tempo
  • Vestigingsoverschot
EN WAT VOND JE LASTIG???

Opschrijven en oefenen!!!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies