§ 2.2 De spreiding van wereldsteden

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden

Slide 1 - Tekstslide

*Tokyo behoort tot alle drie!

Slide 2 - Tekstslide

De leven!

Slide 3 - Tekstslide

De leven!

Slide 4 - Tekstslide

Stedelijk netwerk
In rijke landen: meerdere grote steden verspreid over het land (denk maar aan Nederland). Vaak zijn de steden met elkaar verbonden = steden dicht bij elkaar werken veel samen = een stedelijk netwerk. 

Slide 5 - Tekstslide

Alle stedelijke netwerken in Nederland.
Arnhem en Nijmegen werken veel samen = een stedelijk netwerk.

Slide 6 - Tekstslide

Primate City
In armere landen: er is vaak één grote megastad die veel groter én belangrijker is dan de tweede stad van dat land. Deze liggen vaak aan de kust. Voorbeeld: Thailand = Bangkok, 8 miljoen inwoners. De tweede stad = Nonthaburi, 500 000 inwoners. 

In rijkere landen: Parijs, 2,2 miljoen inwoners. De tweede stad = Marseille, 861 000 inwoners. 

Slide 7 - Tekstslide

Verklaring stedelijke spreiding (1)
Steden liggen niet zomaar ergens, er zijn drie factoren die een rol spelen:

1. De kenmerken van het gebied: 
Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden. Bijna altijd bij water: aan de kust of aan een rivier. Dat was/ is handig voor de handel. 
= de absolute ligging.

Slide 8 - Tekstslide

Verklaring stedelijke spreiding (3)
Het koloniale verleden. In vroegere koloniën/ de armere landen liggen veel steden aan de kust in verband de haven. Zo'n stad is goed te herkennen: het heeft een oud stadsdeel meer richting het binnenland. En een nieuw deel dat door kolonisten was gebouwd.

Slide 9 - Tekstslide

Verklaring stedelijke spreiding (2)
De relatieve ligging: de ligging van een stad ten opzichte van andere plaatsen. Parijs ligt bijvoorbeeld gunstig: midden in het land met goede verbindingen naar andere steden.

Slide 10 - Tekstslide

De oude stad heeft smalle, kronkelige straten, terwijl het stratenpatroon van het nieuwe, westerse deel brede en rechten straten heeft. 
= een koloniale dubbelstad. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Verstedelijkingsgraad
Het percentage van de bevolking in een land dat in de stad woont.
Verstedelijkingstempo
Het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad toeneemt.

Slide 17 - Tekstslide

Steeds meer mensen in de stad

Verstedelijkingsgraad = het percentage mensen in een land dat in een stad woont. 

Verstedelijkingstempo = het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.

Rijke landen: veel mensen wonen in de stad. Er is een hoge verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is laag. 

Arme landen: er wonen niet veel mensen in de stad. Er is een lage verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is er hoog. 

Slide 18 - Tekstslide

Vestigingsoverschot
In de stad is dus een vestigingsoverschot: het positieve verschil tussen het aantal mensen dat vertrekt en dat zich vestigt.
> er komt meer bij dan dat er weggaat.

Voorbeeld: als een stad groeit omdat mensen van het platteland/dorp naar de stad verhuizen. Vaak jonge mensen die op zoek zijn naar een betere of leukere toekomst in de stad. En daar soms ook een gezin krijgen.


Slide 19 - Tekstslide

Zoek op in de atlas
De verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo van drie Megasteden naar keuze 

Slide 20 - Tekstslide

WAUW! DIT WEET JE AL :-)

  • Megastad
  • Wereldstad
  • Hoofdstad
  • Leven in een mega/wereldstad
  • Stedelijk netwerk
  • Spreiding van steden
  • Koloniale dubbelstad
  • Verstedelijkingsgraad/tempo
  • Vestigingsoverschot
EN WAT VOND JE LASTIG???

Opschrijven en oefenen!!!

Slide 21 - Tekstslide

Volgende les
Tot de volgende les of in Teams

Slide 22 - Tekstslide