"Het samenhangend geheel van normen en waarden van een persoon of een groep
A
norm
B
waarde
C
moraal
D
ethiek
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
"Het samenhangend geheel van normen en waarden van een persoon of een groep
A
norm
B
waarde
C
moraal
D
ethiek
Slide 1 - Quizvraag
Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.
Slide 2 - Quizvraag
Optiek betekent hetzelfde als
A
visie
B
perspectief
C
invalshoek
D
een manier van kijken naar de werkelijkheid
Slide 3 - Quizvraag
Een risico van het utilisme is het zondebokeffect. Dit komt doordat:
A
De bokken van de schapen worden gescheiden
B
De rekensom bepaalt wat het grootste geluk oplevert voor het grootste aantal mensen.
C
Het doel de middelen heiligt.
D
Er geen rekening wordt gehouden met de minderheid
Slide 4 - Quizvraag
De vier kardinale deugden zijn
A
moed, matigheid, wijsheid, eerlijkheid
B
moed, matigheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid
C
rechtvaardigheid, wijsheid, moed, eerlijkheid
D
matigheid, moed, rechtvaardigheid, wijsheid
Slide 5 - Quizvraag
De 4 kenmerken van de ethische optiek
A
behoren, uiteindelijke goede, handelen, mensen
B
behoren, uiteindelijke zin, handelen, mensen
Slide 6 - Quizvraag
Conformisme betekent
A
Je gedragen volgens heersende maatschappelijke normen en waarden
B
Je gedragen volgens heersende maatschappelijke normen, waarden en gebruiken
C
Je gedragen volgens heersende culturele normen, zeden, gebruiken
D
Je gedragen volgens heersende maatschappelijke normen, zeden, gebruiken
Slide 7 - Quizvraag
Een voorbeeld van een instrumentele waarde is sportiviteit.
A
nee, sportiviteit is een intrinsieke waarde
B
Ja, want deze verwijst naar de intrinsieke waarde gezondheid
C
ja, want deze verwijst naar de intrinsieke waarde leven
D
ja, want deze verwijst naar de intrinsieke waarde geluk
Slide 8 - Quizvraag
Het midden tussen de extremen nors zijn en slijmen is
A
grappig
B
bescheiden
C
beheerst
D
vriendelijk
Slide 9 - Quizvraag
Relativisme is een reactie op
A
kolonialisme en etnocentrisme
B
etnocentrisme en evolutietheorie
C
universalisme en kolonialisme
D
kolonialisme en evolutietheorie
Slide 10 - Quizvraag
Volgens Aristoteles is de juiste houding
A
een verstandige houding die het juiste midden aanneemt
B
een rechtvaardige houding die het juiste midden aanhoudt
C
een emotionele reactie is op een situatie
D
een rationele reactie is op een situatie
Slide 11 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist
A
Kant vindt vrijheid en autonomie voorwaarden voor ethisch handelen
B
Kant vindt vrijheid en heteronomie voorwaarden voor ethisch handelen
C
Kant vindt dat je mensen als middelen op zich kunt gebruiken
D
Kant vindt dat dat de mens gedetermineerd is.
Slide 12 - Quizvraag
Een nadeel van de beginselethiek is
A
Je houdt geen rekening met de minderheid
B
Het is lastig om een algemene wet altijd vol te houden
Slide 13 - Quizvraag
Categorische imperatief is een onderdeel van
A
het utilisme
B
plichtethiek
C
deugdethiek
Slide 14 - Quizvraag
categorische imperatief betekent
A
handel zo dat kunt willen dat de maxime van je handeling een algemene wet wordt
B
principe is onder alle omstandigheden, voor elke situatie, geldig, ongeacht de gevolgen
Slide 15 - Quizvraag
Een deugd is...
timer
0:30
Slide 16 - Open vraag
Rwanda - Arsenal - sponsoren. Doel: promoten van het land. Nederland is er niet blij mee. Relativisme? Leg uit.
Slide 17 - Open vraag
De UM heeft 'gelogen' met het bericht dat ze uit stamcellen embryo's kunnen maken. Doel: aandacht voor de achterhaalde 40 jaar oude embryowet. Mag dat?