02 VWO5 Zin in zin hoofdstuk 3 les 2




Ethiek en moraal

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les




Ethiek en moraal

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk deze week
- Lezen pagina's 43 t/m 46 (H3)
- Maken: opdrachten 10 & 21 hoofdstuk 3

- keuze bepalen voor het Essay

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk volgende week
- Lezen pagina's 47 t/m 50 (H3)
- Maken: opdrachten 22 t/m 30 hoofdstuk 3

- 1e opzet Essay in de klas tonen aan Bbg
- indeling groepen meedelen door Bbg




Slide 3 - Tekstslide

Invullen Essay keuze + presentatie
1. vul je Essay keuze in op het Excel werkblad
2. vul in met wie je samen je presentatie gaat houden

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Aanwijzingen Essayopdracht
  1. Het Essay is een individuele opdracht!
  2. Je kiest zelf je onderwerp maar stemt dit af met je medeleerling... (i.v.m. de presentaties)
  3. Het Essay bestaat uit 250 woorden inleiding, 1000 woorden als kern en 250 woorden voor de afronding


Slide 10 - Tekstslide

Mogelijk onderwerpen voor het Essay
  • Metaforen…. een reis als metafoor voor het leven
  • De vraag naar de zin van het bestaan
  • Voortleven na de dood
  • Wetenschap en God… tegengestelden?
  • Het ontstaan van het heelal
  • Godsdienstkritiek… voor wie in God gelooft
  • Filosofie van het spieken

Slide 11 - Tekstslide

Mogelijk onderwerpen voor het Essay
  • Het christendom. Van beweging naar instituut?
  • Individualisering van de samenleving…. de gevolgen
  • Ethiek en moraal
  • Dromen
  • Moraal en levensbeschouwing… het christendom
  • Optieken en visies binnen de moraal
  • de 'mogelijke wet' op het voltooid leven...



Slide 12 - Tekstslide

Overige aanwijzingen
  1. De inleverdatum volgens het PTA is 15 oktober 2021
  2. Het inleveren van je Essay ná de afgesproken datum kost je een herkansing. 

Slide 13 - Tekstslide

PTA VWO5 Godsdienst 2021 - 2022

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kun je vanuit één optiek toch verschillende visies krijgen? leg dit uit

Slide 15 - Open vraag

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen ethische optiek en visie uitleggen
  • Je kent het verschil tussen "normen" en "waarden" 
  • Je kunt uitleggen wat ethiek is en een voorbeeld geven van een "ethische discussie"
  • Je kunt een ethisch dilemma oplossen aan de hand van het argumentatiemodel

Slide 16 - Tekstslide

Het ethisch dilemma
Een ethisch dilemma is een dilemma waarbij er voor beide kanten goede argumenten te bedenken zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Optiek en Visie

Slide 18 - Tekstslide

Optieken
-Medisch: gezondheid en uiterlijk
- Juridisch: wetten, rechten van de mens
-Economisch: geld, verzekerd of niet

Slide 19 - Tekstslide

Ethische Optieken
  • Dit is een invalshoek hoe je Ethiek kan kijken --> dit heeft directe invloed op het handelen van de mens 
  • Visie --> standpunt die we uiteindelijk innemen binnen een optiek

Slide 20 - Tekstslide

Ethishe optiek --> Goed
  • Kern is --> De mens hoort goed te handelen
  • menswaardigheid  is een keywoord 

Slide 21 - Tekstslide

Ethische optiek --> Behoren
  • Ethiek zelf houdt ons een norm voor --> we behoren  te goed te handelen
  • Ethiek kent geen vrijblijvendheid
  • Het zijn 'moet uitspraken'  kennen dus een vorm van uthopie --> zo dien de werkelijkheid eruit te zien --> is uitspraak  is dan ook de feitelijke situatie zoals die nu is. 

Slide 22 - Tekstslide

Twee ethische visies
We kennen twee ethische visies

1. Gevolgenethiek 
2. Beginselethiek 

Slide 23 - Tekstslide

Drie ethische theorieën
Het utilisme
De plichtethiek
De deugdenethiek

Slide 24 - Tekstslide

Gevolgen Ethiek
Het gaat niet om het handelen zelf maar om het gevolg --> handeling mag dus goed of fout zijn --> zolang het gevolg positief is 

Twee grote stromingen zijn:
  • Hedonisme 
  • Eudemonisme 
  • Utilisme 

Slide 25 - Tekstslide

Beginselethiek
  •  Ander woord beginsel--> recht of principe
  • Bij een ethisch probleem moet gekeken worden naar één of meerdere beginselen (rechten, principes)
Voorbeelden beginselethiek
recht op privacy
recht op gelijkwaardigheid
recht op leven
recht op eerbied van het leven 
recht op de waardigheid van de mens
etc.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Kant's idee van vrijheid hield in dat je ...
A
... kunt doen wat je wilt
B
... je plicht moet vervullen

Slide 28 - Quizvraag

Bij Kant gaat het vooral om:
A
verantwoordelijkheid
B
vrijheid
C
god
D
mensen

Slide 29 - Quizvraag

Kant. Welk begrip is niet van toepassing
A
Plicht
B
Immanuel
C
Verlichtingsfilosoof
D
Deugdethiek

Slide 30 - Quizvraag

Kant
Utilisme
Waarde van de enkeling
Nut voor zoveel mogelijk mensen
Betham
Doelethiek
plichtethiek
Rawl
Geluk
Moreel juist handelen

Slide 31 - Sleepvraag

Plichtethiek
Utilisme
Levinas
Kant
Bentham

Slide 32 - Sleepvraag

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 33 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 34 - Quizvraag

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 35 - Quizvraag

Utilisme
Een handeling is moreel juist als als ze bijdraagt aan het vergroten van het geluk van zoveel mogelijk mensen.
Het gaat dus om het gevolg van de handeling.

Slide 36 - Tekstslide

Plicht ethiek
Hier gaat het om je innelijke plicht om iets goeds te doen.
bv je geweten verplicht je om iets te doen.
Bij twijfel: vraag je af of jouw manier van handelen een algemen wet zou moeten worden.
Het gaat hier niet om de gevolgen van de handeling , maar om de poging/handeling zelf.
je handelt als een autonoom mens

Slide 37 - Tekstslide

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek.
  • Deze ethiek vertelt je hoe je als mens moet zijn.
  • Als je een goed mens bent bezit je deugden (kwaliteiten) en een goed mens doet automatisch het goede.

Slide 38 - Tekstslide

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 39 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 40 - Quizvraag

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 41 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 42 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 43 - Open vraag

Goed of Fout 
Goed

Fout

Bij institutionalisering van levensbeschouwing heeft alles te maken met het feit dat mensen tegenwoordig veel minder dan vroeger bereid zijn zich met een organisatie te verbinden. 
Nietzsche maakt een onderscheid in drie soorten onderwijs. 
Zo veel mogelijk kennis en cultuur leidt tot zoveel mogelijk productie en  consumptie – leidt tot zoveel mogelijk welvaart.
De maatschappij moet volgens Nitzsche beschaving, cultuur en gevoel voor kunst bijbrengen.

Slide 44 - Sleepvraag