Vraag 23 - Leefden ze altijd lang en gelukkig?

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is je favoriete sprookje?

Slide 2 - Woordweb

Films

Slide 3 - Tekstslide

Reclame

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Reclame en mode

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt het dat filmmakers, ontwerpers, reclamemakers, humoristen enz. steeds weer naar die klassieke sprookjes teruggrijpen?

Slide 7 - Woordweb

1. Deel van het collectieve geheugen = iedereen kent ze. Ze gaan over universele thema’s en gevoelens.

 
2. Sprookjes lenen zich uitstekend om een eigen verhaal te vertellen of om mensen te laten dromen.

Slide 8 - Tekstslide

We schrijven een sprookje
Iemand dicteert de eerste zin.
Daarin moet je het hoofdpersonage vermelden en een actie
(beide naar keuze).
Daarna voegt iemand één zin toe.
Dit doen we tot iedereen aan de beurt is geweest.
De laatste personen zorgen voor een typisch einde.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Is Frozen een sprookje?
ja
nee

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Video

Welke kenmerken vind je terug?

Slide 13 - Woordweb

Is Frozen een sprookje?
Frozen voldoet niet aan alle kenmerken, maar is wel degelijk een sprookje.

Frozen is losjes gebaseerd op het sprookje De Sneeuwkoningin van de Deense schrijver Hans Christian Andersen.

Slide 14 - Tekstslide

Weet je iets over de oorsprong van sprookjes?

Slide 15 - Woordweb

Roodkapje
Welke gelijkenissen en verschillen zie je tussen de film en het sprookje zoals jij het kent?


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Roodkapje is een volkssprookje.
De Sneeuwkoningin is een cultuursprookje.
Wat is het verschil?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke fabels ken je?

Slide 21 - Woordweb

Vertellen de namen van sprookjesfiguren ook iets over hun karakter? (wb p. 277)

Slide 22 - Open vraag

Hoe komt dat, denk je? (wb p.277)

Slide 23 - Open vraag

Klassikale verbetering.

Slide 24 - Tekstslide

Lees het vervolg op de fabel van de krekel en de mier.
Wat is de moraal van dit verhaal?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de moraal?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk de animatiefilm For the birds en beantwoord de vragen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Hoe gedragen de vogels zich?

Slide 30 - Open vraag

Waarom is dit een moderne fabel?

Slide 31 - Open vraag

Wat is volgens jou de moraal of levensles van deze fabel?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Wat moet je  kennen en kunnen?
Je kent
de kenmerken van een sprookje, een fabel.
de overeenkomsten en verschillen tussen een volkssprookje/cultuursprookje/fabel.
enkele bekende sprookjesverzamelaars en -schrijvers.
de betekenis van de moeilijke woorden.
Je kunt
de oorsprong van sprookjes uitleggen.
verklaren waarom sprookjes blijven fascineren.
Je weet
dat sprookjes aanvankelijk niet voor kinderen bestemd waren.

Slide 34 - Tekstslide