Wat moet je kennen en kunnen?
Je kentde kenmerken van een sprookje, een fabel.
de overeenkomsten en verschillen tussen een volkssprookje/cultuursprookje/fabel.
enkele bekende sprookjesverzamelaars en -schrijvers.
de betekenis van de moeilijke woorden.
Je kunt
de oorsprong van sprookjes uitleggen.
verklaren waarom sprookjes blijven fascineren.
Je weet
dat sprookjes aanvankelijk niet voor kinderen bestemd waren.