les 8 thema 3

Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.

Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.

Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige les.
Uitleg nieuwe leerdoelen.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 


Slide 2 - Tekstslide

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct?
A
Hartslagader
B
Hartader
C
Kransslagader
D
Kransader

Slide 3 - Quizvraag

Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 4 - Quizvraag

Bij een hartinfarct is de aorta verstopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Iemand heeft een bloeddruk van 150/90, deze persoon heeft een...
A
Hoge bloeddruk
B
Gezonde bloeddruk
C
Lage bloeddruk

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de onderdruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 7 - Quizvraag

Waar is de bloeddruk het hoogste?
A
aders
B
slagaders
C
haarvaten

Slide 8 - Quizvraag

Nieuwe leerdoelen deze week: 
Verder met:
-Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
-Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
-Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Nieuw:
-Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.
-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.

Vandaag de 2e "nieuwe".

Slide 9 - Tekstslide

Ik koop in een restaurant een glas bier, een glas wijn en een glas whisky
In welk glas zit dan de meeste alcohol?
A
in een glas bier
B
in een glas wijn
C
in een glas whisky
D
in alle glazen zit even veel

Slide 10 - Quizvraag

-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
Verschil procent en promille. (Hebben jullie dat al gehad bij wisk of ak?)

Alcohol en verkeer, eerste 5 jaar max 0,2 promille. Daarna max 0,5 promille.
0,2 promille krijg je na ongeveer 1 consumptie.
(En hangt dus af van lichaamsgrootte).


Slide 11 - Tekstslide

-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
Na het drinken komt alcohol binnen 10 minuten in je hersenen (na 30 minuten is 1 consumptie volledig opgenomen in het bloed).
 
Lichaam (lever) heeft 1,5 uur nodig om 1 glas alcohol af te breken. 
 

Slide 12 - Tekstslide

Je hebt een feestje en neemt om 20.00 uur je eerste glas bier. Als je om 24.00 uur je laatste glas leeg drinkt en (lopend) naar huis gaat heb je totaal 8 glazen bier op (2 per uur). Mag je dan de volgende ochtend om 7 uur met de auto naar je werk?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

-Je moet ook enkele gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn kunnen noemen. 
Korte termijn: loskomen -> aangeschoten -> dronken -> lavenloos -> coma.

Volgende dag: kater.

Slide 14 - Tekstslide

Je moet ook enkele gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn kunnen noemen. 
Langetermijn: hersenen krimpen, iq gaat achteruit, leverbeschadiging, verslaving, kanker.
Verslaving zowel geestelijk als lichamelijk.

Psychiatrie en alcoholafhankelijkheid
Depressie, onthoudingsverschijnselen, (delirium- tremens), Korsakof- syndroom, ziekte van Wernicke. Deze ziekte is gelokaliseerd in de hersenstam. Het kortetermijngeheugen verdwijnt. Stopt men met drinken dan herstellen de functies zich doorgaans. Dat is niet het geval met het Korsakoff syndroom. Deze aandoening is irreversibel (niet meer terug te draaien) en kenmerkt zich door een verlies van het kortetermijngeheugen, verlies aan oriëntatie vermogen, verwardheid, gedragsverandering en angsten. De jongste Korsakof patient is 28 jaar! 

Slide 15 - Tekstslide

Je moet ook enkele gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn kunnen noemen. 

Binge drinken: in korte tijd veel alcohol drinken (achter elkaar door blijven drinken). Gevolgen staan in afbeelding 54.

Slide 16 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
-Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
-Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
-Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.
-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
Kun je bereiken door:
-De tekst van Basisstof 5 en 6 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 5 opdracht 7 t/m 11, Basisstof 6 opdracht 1 t/m 11
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Zorg dat je om
 11.30 uur 
klaar zit met de lessonup open.
  Na afloop nog een paar (5) vragen via lessonup.  Denk om de aanwezigheid controle.

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (Maandag)

Wat heb je geleerd deze les, kun je de volgende vragen allemaal goed beantwoorden?

Zo niet gebruik dan de volgende links om extra te oefenen.

Slide 18 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Alcohol versterkt je gevoelens
B
De hoeveelheid alcohol in je bloed wordt uitgedrukt in procenten
C
Veel alcohol drinken veroorzaakt schade aan de longen
D
Zuivere alcohol heeft een heldere lichtgele kleur

Slide 20 - Quizvraag

Van te veel alcohol kan je overlijden.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed wordt alcohol vervoer?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 22 - Quizvraag

Via welk orgaan komt de alcohol vooral in je bloed?
A
slokdarm
B
maag
C
lever
D
dunne darm

Slide 23 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met Binge Drinking?
A
Drinken op een feestje
B
Comazuipen
C
Indrinken
D
Een bodempje leggen

Slide 24 - Quizvraag


In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

Dan mag je teams nu verlaten.

Tot maandag??
  


Slide 25 - Tekstslide