Samenstellingen

Voordat we gaan beginnen...
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel
Leg je huiswerk (opdrachten 2, 3 en 7, blz. 122)
op de hoek van je tafel

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan beginnen...
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel
Leg je huiswerk (opdrachten 2, 3 en 7, blz. 122)
op de hoek van je tafel

Slide 1 - Tekstslide

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Leestekens
Huiswerk nakijken
Samenstellingen
Uitleg
Snap je het?
Opdrachten maken
Afsluiter

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
a Heb jij ook weleens het idee dat alles tegenzit
b. Bijvoorbeeld je hebt net een heerlijke belegde boterham gemaakt met het laatste plakje kaas
c. Je loopt heel even weg om de deur open te doen maar de buurkinderen zijn weer aan het belletje trekken
d. Wanneer je terugkomt springt de kat net op het aanrecht
e. Wegwezen jij stomme
f. Maar je raadt het al hap slik weg kaas
g. Tja het is niet anders soms zit het mee soms zit het tegen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3
Blogger 'maakt punt' en verwijdert alle woorden uit beroemde romans
Letten lezers van romans, kranten en blogs te veel op worden? Blogger Adam Calhoun vindt van wel. Op zijn blog zet hij uiteen waarom die fixatie met woorden onterecht is. Het zorgt er volgens Calhoun namelijk voor dat we over het hoofd zien wat onze woorden en zinnen in goede banen leidt: interpunctie. Hij illustreerde dit aan de hand van negen van zijn favoriete boeken: allemaal afkomstig uit een Engelse taalgebied! Doordat hij alle woorden schrapte, bleef slechts de interpunctie van de verhalen over. Die interpunctie zette hij in een diagram. Uit een screenshot uit zijn artikel blijkt welke schrijvers een voorkeur hebben voor de puntkomma; welke voor de apostrof en welke voor de aanhalingstekens.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 7
a. s avonds in de schemering komt op de veluwe de rugstreeppad tevoorschijn
b. op de markt zie je allerbei vergeten groenten zoals pastinaken en aardperen
c. heb jij ook zon zin om te gaan zwemmen? vroeg jelles broertje
d. de plaatsnaam s-gravenhage ontstond pas later dan den haag
e. t zal mij benieuwen hoe die supersterren er zonder plamuur uitzien
f. hans vader heet ook hans, vertelde ze, maar zn opa heette han
g. miv 11 december begint de nieuwe dienstregeling van de ns

Slide 6 - Tekstslide

Samenstellingen les 1

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
...ken je de regels voor de spelling van samengestelde woorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen
  • Twee woorden vormen samen een nieuw woord .
  • Vaak twee zelfstandige naamwoorden->school + boek = schoolboek.
  • Soms ook een combinatie van zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijknaamwoord->rode+kool=rodekool of een  werkwoord-> les+geven=lesgeven.

Slide 9 - Tekstslide

Samenstellingen
  • De bijwoorden  er, hier, daar en waar  vormen vaak een samenstelling met een of twee voorzetsels (eraf, hierheen, daarvandaan, waarnaartoe.)
  • Bij samenstelling moet je soms een tussenklank  -en, -er, -s  of -e tussen de woorden schrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Regels:
Je schrijft de tussen -en als:
  • Het eerste deel van het woord een znw is.
  • En het znw alleen een meervoudsvorm op -en  heeft-> vissenkom



En het znw alleen een meervoudsvorm op -n of -en heeft.
vissenkom, bloemenvaas

Slide 11 - Tekstslide

Je schrijft een tussen -er als :
  • Woorden in het meervoud eindigen op -eren-> kind-kinderen. Dus kind+fiets =kinderfiets

Slide 12 - Tekstslide

Je schrijft een tussen -s als je een s hoort:
  • De tussen-s levert problemen op als het tweede deel van de samenstelling begint met een -s
  • Om een foute spelwijze te voorkomen, kun je het tweede deel van de samenstelling vervangen voor een znw dat niet met een -s begint.
  • Hoor je bij de nieuwe samenstelling geen tussen-s, dan schrijf je die bij de andere samenstelling dus ook niet-> dorpsstraat (want :dorpshuis)



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Snap je het?

Slide 15 - Tekstslide

lieveling + schrijver

Slide 16 - Open vraag

Valentijn + dag

Slide 17 - Open vraag

telefoon + storing

Slide 18 - Open vraag

privé + les

Slide 19 - Open vraag

zon + brand + crème

Slide 20 - Open vraag

beer + sterk

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag!

Maken: opdrachten 3, 5 en 7
Bladzijdes 118 + 119
Fluisteren
Klaar? Lees verder in je leesboek / werk verder aan de fictieopdracht / leren voor de toetsweek
Vragen? Lees eerst de theorie op blz. 184 en 185 van je handboek
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiter

Maak een zin waar minstens twee samenstellingen in voorkomen.
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Check-out
  • Maak van de woorden  bloem+ vaas een samengesteld woord
  • bloemenvaas
  • Maak van de woorden ei+dop een samengesteld woord
  • eierdop

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Lesdoel:
Je kunt nieuwe woorden vormen door twee bestaande woorden samen te voegen. Als je zo'n samenstelling maakt van twee zelfstandige naamwoorden, moet je soms  -en, -er  schrijven tussen de twee woorden. 
De volgende les gaan we verder met de  tussenklank -e en het koppelteken

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag 
Wat? Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB, je maakt ze tijdens de les
Hoe? Zelfstandig en stil.
Tijd? 10 minuten.
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.
Klaar? Kom bij me langs om een antwoordblad te halen en kijk de opdrachten na.
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk 7/6/24
Lees de theorie op pp. 184-186.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 124-125 OB voor zover nog niet af tijdens de les. Verder maak je opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB.
Neem je leesboek mee!!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Lezen
timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen uit je leesboek 20'
  • Lesdoel
  • Uitleg tussenklank -e en koppelteken 10'
  • Huiswerk nakijken 5' 

Slide 30 - Tekstslide

Samenstellingen les 2

Slide 31 - Tekstslide

Je schrijft een  tussen -e als:
  • Als het eerste deel iets unieks is -> zonnebril - maneschijn
  • Als het eerste deel geen meervoud heeft ->rijstepap
  • Als het eerste deel een meervoud op -s  heeft->lentekriebels, aspergesoep
  • Als het eerste deel een meervoud op -s  en -en heeft->geboortedag
  • Als het eerste deel een bnw versterkt-> apetrots, pikkedonker


Slide 32 - Tekstslide

Maarrrr
Soms laat de uitspraak of de spelling het niet toe om woorden aan elkaar te schrijven, terwijl we het wel als één begrip bedoelen.
We maken dan gebruik van een koppelteken (-)

Slide 33 - Tekstslide

Het koppelteken
Gebruik je bij een samenstelling ALS er sprake is van:
  • een klinkerbotsing (bijvoorbeeld: eu, ie, ee, au, ou, oo enz.)-> diploma-uitreiking
  • een afkorting, teken, letter (#-teken, t-splitsing, vwo-leerling, maar bij uitspraak als één woord havoklas geen koppelteken)
  • een tweede deel met een hoofdletter; aardrijkskundige namen (Noord-Holland)
  • twee gelijkwaardige delen (je bent chef EN kok = chef-kok)
  • een voorvoegsel uit de lijst( pp.220 HB!!!) (kandidaat-astronauten).

Slide 34 - Tekstslide

Het koppelteken
  • anderstalige woorden die normaal los geschreven zijn (dejà-vugevoel normaal zeg je ik had net en dejà vu)
  • van woorden van een vaste woordgroep (kant-en-klaarmaaltijd) 

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB voor zover nog niet nagekeken tijdens de vorige les. 
Opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB. 
Kom bij me langs voor een antwoordblad
timer
5:00

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk 10/6/24
Lees de theorie op pp. 187.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 126-127 OB 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat is niet goed geschreven?
  • 100-jarige/minister-president/piano-muziek
  • piano-muziek->pianomuziek
  • x-as/astma-aanval/gymnastiek-les
  • gymnastiek-les
 

Slide 39 - Tekstslide

Afsluiting
Lesdoel:
je kunt de tussen -e en het koppelteken gebruiken in samenstellingen.

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB voor zover nog niet nagekeken tijdens de vorige les. 
Opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB. 
Kom bij me langs voor een antwoordblad
timer
5:00

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk 10/6/24
Lees de theorie op pp. 187.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 126-127 OB 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
...kun je de tussen -e en het  koppelteken gebruiken in samenstellingen.

Slide 44 - Tekstslide

Terugblik
Vorige les heb je geleerd welke regels je toepast bij het vormen van samenstellingen

Slide 45 - Tekstslide

Hoe schrijf je dit woord?
  • Hoe schrijf je dit woord vis+kom=vissenkom, omdat het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en de meervoudsvorm eindigt op -en.

Slide 46 - Tekstslide

Kindenfiets of kinderfiets?
  • Als woorden in het meervoud eindigen op -eren-> kind-kinderen-> kind+fiets =kinderfiets.  

Slide 47 - Tekstslide

Maak van bruid+sluier een goede samenstelling
  • Bruidssluier
  • Vervang sluier door het woord taart. Bruidstaart
  • Je hoort bij de nieuwe samenstelling een tussen-s, dus schrijf je een tussen -s
  • Lees voor de andere 4 uitzonderingen pp. 199 van je handboek nogmaals goed door!!! 

Slide 48 - Tekstslide