Samenstellingen

Welkom B2G
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je, lesboeken, schrift en etui op tafel
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom B2G
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je, lesboeken, schrift en etui op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen les 1

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Lesdoel
  • Uitleg samenstellingen (15 minuten).
  • Aan de slag (10 minuten)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
...ken je de regels voor de spelling van samengestelde woorden. 

Slide 4 - Tekstslide

Samenstellingen
  • Twee woorden vormen samen een nieuw woord .
  • Vaak twee zelfstandige naamwoorden->school + boek = schoolboek.
  • Soms ook een combinatie van zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijknaamwoord->rode+kool=rodekool of een  werkwoord-> les+geven=lesgeven.

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen
  • De bijwoorden  er, hier, daar en waar  vormen vaak een samenstelling met een of twee voorzetsels (eraf, hierheen, daarvandaan, waarnaartoe.)
  • Bij samenstelling moet je soms een tussenklank  -en, -er, -s  of -e tussen de woorden schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Regels:
Je schrijft de tussen -en als:
  • Het eerste deel van het woord een znw is.
  • En het znw alleen een meervoudsvorm op -en  heeft-> vissenkom



En het znw alleen een meervoudsvorm op -n of -en heeft.
vissenkom, bloemenvaas

Slide 7 - Tekstslide

Je schrijft een tussen -er als :
  • Woorden in het meervoud eindigen op -eren-> kind-kinderen. Dus kind+fiets =kinderfiets

Slide 8 - Tekstslide

Je schrijft een tussen -s als je een s hoort:
  • De tussen-s levert problemen op als het tweede deel van de samenstelling begint met een -s
  • Om een foute spelwijze te voorkomen, kun je het tweede deel van de samenstelling vervangen voor een znw dat niet met een -s begint.
  • Hoor je bij de nieuwe samenstelling geen tussen-s, dan schrijf je die bij de andere samenstelling dus ook niet-> dorpsstraat (want :dorpshuis)



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Check-out
  • Maak van de woorden  bloem+ vaas een samengesteld woord
  • bloemenvaas
  • Maak van de woorden ei+dop een samengesteld woord
  • eierdop

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
Lesdoel:
Je kunt nieuwe woorden vormen door twee bestaande woorden samen te voegen. Als je zo'n samenstelling maakt van twee zelfstandige naamwoorden, moet je soms  -en, -er  schrijven tussen de twee woorden. 
De volgende les gaan we verder met de  tussenklank -e en het koppelteken

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag 
Wat? Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB, je maakt ze tijdens de les
Hoe? Zelfstandig en stil.
Tijd? 10 minuten.
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.
Klaar? Kom bij me langs om een antwoordblad te halen en kijk de opdrachten na.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk 7/6/24
Lees de theorie op pp. 184-186.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 124-125 OB voor zover nog niet af tijdens de les. Verder maak je opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB.
Neem je leesboek mee!!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lezen
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen uit je leesboek 20'
  • Lesdoel
  • Uitleg tussenklank -e en koppelteken 10'
  • Huiswerk nakijken 5' 

Slide 17 - Tekstslide

Samenstellingen les 2

Slide 18 - Tekstslide

Je schrijft een  tussen -e als:
  • Als het eerste deel iets unieks is -> zonnebril - maneschijn
  • Als het eerste deel geen meervoud heeft ->rijstepap
  • Als het eerste deel een meervoud op -s  heeft->lentekriebels, aspergesoep
  • Als het eerste deel een meervoud op -s  en -en heeft->geboortedag
  • Als het eerste deel een bnw versterkt-> apetrots, pikkedonker


Slide 19 - Tekstslide

Maarrrr
Soms laat de uitspraak of de spelling het niet toe om woorden aan elkaar te schrijven, terwijl we het wel als één begrip bedoelen.
We maken dan gebruik van een koppelteken (-)

Slide 20 - Tekstslide

Het koppelteken
Gebruik je bij een samenstelling ALS er sprake is van:
  • een klinkerbotsing (bijvoorbeeld: eu, ie, ee, au, ou, oo enz.)-> diploma-uitreiking
  • een afkorting, teken, letter (#-teken, t-splitsing, vwo-leerling, maar bij uitspraak als één woord havoklas geen koppelteken)
  • een tweede deel met een hoofdletter; aardrijkskundige namen (Noord-Holland)
  • twee gelijkwaardige delen (je bent chef EN kok = chef-kok)
  • een voorvoegsel uit de lijst( pp.220 HB!!!) (kandidaat-astronauten).

Slide 21 - Tekstslide

Het koppelteken
  • anderstalige woorden die normaal los geschreven zijn (dejà-vugevoel normaal zeg je ik had net en dejà vu)
  • van woorden van een vaste woordgroep (kant-en-klaarmaaltijd) 

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB voor zover nog niet nagekeken tijdens de vorige les. 
Opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB. 
Kom bij me langs voor een antwoordblad
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk 10/6/24
Lees de theorie op pp. 187.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 126-127 OB 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is niet goed geschreven?
  • 100-jarige/minister-president/piano-muziek
  • piano-muziek->pianomuziek
  • x-as/astma-aanval/gymnastiek-les
  • gymnastiek-les
 

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting
Lesdoel:
je kunt de tussen -e en het koppelteken gebruiken in samenstellingen.

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB voor zover nog niet nagekeken tijdens de vorige les. 
Opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB. 
Kom bij me langs voor een antwoordblad
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk 10/6/24
Lees de theorie op pp. 187.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 126-127 OB 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
...kun je de tussen -e en het  koppelteken gebruiken in samenstellingen.

Slide 31 - Tekstslide

Terugblik
Vorige les heb je geleerd welke regels je toepast bij het vormen van samenstellingen

Slide 32 - Tekstslide

Hoe schrijf je dit woord?
  • Hoe schrijf je dit woord vis+kom=vissenkom, omdat het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en de meervoudsvorm eindigt op -en.

Slide 33 - Tekstslide

Kindenfiets of kinderfiets?
  • Als woorden in het meervoud eindigen op -eren-> kind-kinderen-> kind+fiets =kinderfiets.  

Slide 34 - Tekstslide

Maak van bruid+sluier een goede samenstelling
  • Bruidssluier
  • Vervang sluier door het woord taart. Bruidstaart
  • Je hoort bij de nieuwe samenstelling een tussen-s, dus schrijf je een tussen -s
  • Lees voor de andere 4 uitzonderingen pp. 199 van je handboek nogmaals goed door!!! 

Slide 35 - Tekstslide