3.4 Oorlog op alle fronten

3.4 Oorlog op alle fronten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 Oorlog op alle fronten

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 9: Wereldoorlogen, 1900 - 1950
Kenmerken: - het voeren van twee wereldoorlogen
                          - massavernietigingswapens en totale oorlog

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Hoe ervoeren de soldaten en de mensen thuis de oorlog?

Slide 3 - Tekstslide

statische uitputtingsoorlog
  • Loopgraven: versterkt met prikkeldraad en verdedigers met mitrailleurs.

  • Bijna onmogelijk vijandelijke loopgraven in te nemen:
  • 1. Artillerie: met kanonnen loopgraven beschieten.
  • 2. Soldaten vallen aan

  • Succes was zelden, heel veel doden.

Slide 4 - Tekstslide

Nieuwe oorlogstechnieken
  • vlammenwerpers
  • Tanks
  • Gifgas

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Totale oorlog
  • Totale oorlog =  oorlog waar  de hele samenleving bij betrokken is.

  • mannen vechten aan het front
  • vouwen werken in de fabrieken
  • dokters/zusters worden opgeroepen om aan het front te helpen.

  • Alle economische middelen worden ingezet.
  • Gevolg: voedseltekort, handel moeilijk


Slide 7 - Tekstslide

Propaganda & censuur
Propaganda:
  • Middelen om mensen te overtuigen van een bepaalde mening.
  • - eenzijdig
  • - feiten verdraaien
  • - feiten weglaten

Censuur
  • Overheid controleert de pers  en alle uitgaande berichten. 
  • je mag niet zeggen / schrijven wat je wilt

Slide 8 - Tekstslide

10 minuten opdracht 
werkboek blz. 71
vraag 51 t/m  53

Let op: bij 53 hoef je maar 1 argument te noemen voor onbetrouwbaarheid (ipv 2)

Eerder klaar? Ga verder met 44 t/m 49

Slide 9 - Tekstslide

antwoord vraag 51
  • 51 Leg aan de hand van de bron uit hoe propaganda en censuur in Duitsland werkte en of die effectief waren.

  • Bron: Sebastiaan Haffner bleef tot aan ‘het bittere einde’, dus tot de nederlaag, fanatiek.  / hij zag de Russen als domme wodkazuipers / hij wist zeker dat ze van Frankrijk en Engeland zouden winnen.
  • uitleg: Blijkbaar wist de propaganda over het verloop van de strijd toch telkens positief te berichten en zorgde de censuur ervoor dat negatieve berichten niet doordrongen tot de mensen thuis. Zo bleef Haffner overtuigd van de overwinning tot aan het einde.
  • / de propaganda was effectief want hij was overtuigd dat de vijand makkelijk verslagen zou kunnen worden.


Slide 10 - Tekstslide

antwoord vraag 52
  • 52 Leg uit waarom de Britse censuur allerlei woorden en zinnen in deze brief onleesbaar maakte.

  • De Britse David Pincent schrijft aan zijn vriend, maar die is Oostenrijker en dus vijand. 
  • Hij mocht die brief wel versturen, maar informatie die de vijand niet mocht hebben, is doorgestreept. Wat nog leesbaar is, zijn dingen die bij alle legers gelijk voorkwamen (diarree, explosies). 

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord vraag 53
  • 53 Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog maakte de Nederlandse tekenaar Louis Raemaekers voor de krant De Telegraaf tekeningen waarin de Duitse oorlogshandelingen in België sterk werden bekritiseerd. Geef met 1 argument aan of de tekening in bron W12 een betrouwbaar beeld geeft van de gebeurtenissen in Aarschot.

  • Raemaekers had de informatie 'van verschillende kennissen'.  Er wordt niet verteld of zijn 'kennissen' goed op de hoogte konden zijn van deze gebeurtenis. De tekening is dus niet heel betrouwbaar.

Slide 12 - Tekstslide

bekijk de video
vraag
1waarom konden de soldaten van beide kanten dit in 1914 nog doen, maar later in de oorlog niet meer?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

De bron is in 1914 gebruikt als propaganda tegen de Duitsers.

Leg uit dat de bron als propaganda werd gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Leren 3.4 deel 1

Maken 3.4: 

44 t/m 49

Slide 16 - Tekstslide