Samenstellingen juni 2024

Nederlands 
Samenstellingen + schrijfwijze 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Samenstellingen + schrijfwijze 

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen
Mijn kleinkind is geen klein kind.

Slide 2 - Tekstslide

Samenstellingen

Slide 3 - Woordweb

Hoofdregel
  • Een samenstelling is een combinatie van zelfstandige woorden.
           - boek + deel = boekdeel
           - brand + weren + man = brandweerman

  • Samenstellingen worden aaneen geschreven
           - informatie + distributie + systeem = informatiedistributiesysteem
           - lange + afstand + loper =langeafstandsloper
           - elektriciteitsproductiemaatschappij



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Tussen -n- (Groene Boekje)
  • Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is, waarvan de meervoudsvorm op – en eindigt, dan schrijf je een tussen-n.

                    - pannenkoek: de meervoudsvorm hiervan is pannen. Dit eindigt dus op ‘en’, en moet    
                       daarom met een tussen N.
                    - prullenbak, paddenstoel: idem

  • Maar!
                     - horlogemaker: het meervoud van horloge is horloges
                     - groentesoep: het meervoud van groente is groentes of groenten

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Schrijf geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling op een zaak of persoon slaat die enig in zijn soort is.


                    - Koninginnedag
                    - zonnewijzer


Slide 7 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel een versterkende betekenis heeft.


                     - beregoed (heel erg goed)
                     - pikkedonker (heel erg donker)
                     - reuzeleuk (heel erg leuk)
                     - stekeblind (heel erg slechtziend)

Slide 8 - Tekstslide

Tussen -s-
  • Schrijf een tussen- s als je die ook hoort.
              - stadsdeel
              - eendagsvlieg
              - officiersloge
              - levensgroot

  • Maar let op!
              - damesschoen ….want dameskleding
              - stationsstraat …want stationsweg
              - liefdesscène ….want liefdesverdriet


Slide 9 - Tekstslide

Streepje ertussen (koppelteken)
  • Gelijkwaardige woorden
   hotel-restaurant
  • Woorden met hoofdletters
    Zuid-Afrika
  • Met een speciaal teken of cijfers
    een 80-jarige, het &-teken
  • Bij een afkorting
    vwo-diploma
  • Verwarring in de uitspraak (botsende klinkers)
   astma-aanval
                                                                  Radioantenne = geen klinkerbotsing


Slide 10 - Tekstslide

paard + bloem
A
paardebloem
B
paardenbloem

Slide 11 - Quizvraag

aap + rots
A
aperots
B
apenrots

Slide 12 - Quizvraag

aap + trots
A
apetrots
B
apentrots

Slide 13 - Quizvraag

bureau + inhoud

Slide 14 - Open vraag

stad + sport + hal

Slide 15 - Open vraag

btw + tarief

Slide 16 - Open vraag

lade + kast

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aande slag!
  • Spelling 2F: t/m 2.5
  • Verkorte leerroute, Bouwsteen 4, 
  • 4.3 Schrijven t/m opdracht 7--> opdr.7 inleveren via de mail
  • 4.2 en 4.4 niet af? Afmaken!
  • Grammatica 2F niet af? Afmaken!

Slide 21 - Tekstslide