Samenstellingen

Nederlands spelling
Samenstellingen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands spelling
Samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen
Mijn kleinkind is geen klein kind.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdregel
  • Een samenstelling is een combinatie van zelfstandige woorden.
           - boek + deel = boekdeel
           - brand + weren + man = brandweerman

  • Samenstellingen worden aaneen geschreven
           - informatie + distributie + systeem = informatiedistributiesysteem
           - elektriciteitsproductiemaatschappij
           - hippopotomonstrosequippedaliofobie



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Tussen -n-
  • Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is, waarvan de meervoudsvorm op – en eindigt, dan schrijf je een tussen-n.

                    - pannenkoek: de meervoudsvorm hiervan is pannen. Dit eindigt dus op ‘en’, en moet    
                       daarom met een tussen N.
                    - prullenbak, paddenstoel: idem

  • Maar!
                     - horlogemaker: het meervoud van horloge is horloges
                     - groentesoep: het meervoud van groente is groentes of groenten

Slide 5 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Schrijf geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling op een zaak of persoon slaat die enig in zijn soort is.


                    - Koninginnedag
                    - zonnewijzer


Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel een versterkende betekenis heeft.


                     - beregoed
                     - pikkedonker
                     - reuzeleuk
                     - stekeblind

Slide 7 - Tekstslide

Tussen -s-
  • Schrijf een tussen- s als je die ook hoort.
              - stadsdeel
              - eendagsvlieg
              - officiersloge
              - levensgroot

  • Maar let op!
              - damesschoen ….want dameskleding
              - stationsstraat …want stationsweg
              - liefdesscène ….want liefdesverdriet


Slide 8 - Tekstslide

Streepje ertussen (koppelteken)
  • Gelijkwaardige woorden
   hotel-restaurant
  • Woorden met hoofdletters
    Zuid-Afrika
  • Met een speciaal teken of cijfers
    een 80-jarige, het &-teken
  • Bij een afkorting
    vwo-diploma
  • Verwarring in de uitspraak (botsende klinkers)
   mbo-opleiding
                                                                  Radioantenne = geen klinkerbotsing


Slide 9 - Tekstslide

paard + bloem
A
paardebloem
B
paardenbloem

Slide 10 - Quizvraag

aap + rots
A
aperots
B
apenrots

Slide 11 - Quizvraag

aap + trots
A
apetrots
B
apentrots

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een samenstelling?
A
betekenis
B
persoon
C
telefoon
D
nagellak

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
A
Aaibaar
B
Meisjesfiets
C
kapot
D
niks

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer
D
schermpjes

Slide 16 - Quizvraag

Samenstellingen
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 17 - Quizvraag

Samenstellingen
A
groentesoep
B
groentensoep

Slide 18 - Quizvraag

Samenstellingen
A
vissekom
B
vissenkom

Slide 19 - Quizvraag

Samenstellingen
A
zonnenbril
B
zonnebril

Slide 20 - Quizvraag

Samenstellingen
A
koninginnensoep
B
koninginnesoep

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide