2kgt Fictie: herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

2kgt Fictie: herhaling

Log alvast in op LessonUp

Vandaag

• begrippen voor de toets herhalen
• verhaal lezen en vragen maken bij het verhaal

Lesdoel:

Je kent alle begrippen voor de toets en kan ze ook toepassen.

1. Welke drie dingen zijn vaak heel bepalend sfeer in een verhaal?

1. relaties, oorlog en verdriet
2. geloof, hoop en liefde
3. tijd, plaats en omstandigheden
4. tijd, personen en omstandigheden

2. Met welke woorden kun je het best de sfeer van een romantisch verhaal omschrijven?

1. deprimerend, eenzaam en verdrietig
2. gelukkig, romantisch, verliefd
3. donker, griezelig, geheimzinnig
4. eng, ontspannen, saai

3. Bij een hij/zij-perspectief ligt het perspectief bij meerdere personages.

1. waar
2. niet waar

4. Meeleven wil zeggen dat je

1. graag wilt dat het goed gaat met het personage.
2. je kunt voorstellen hoe het is om een personage te zijn of om mee te maken wat hij meemaakt.

5. Wat wordt bedoeld met het 'vertelheden'?

1. vroeger
2. toekomst
3. nu
4. later

6. Wat is de omschrijving van 'flashback'?

1. een tijdsprong achteruit
2. een tijdsprong vooruit

7. Actiespanning ontstaat doordat …

1. het verhaal vragen oproept waarop je graag een antwoord wilt hebben.
2. er iets spannends, gevaarlijks of onverwachts gebeurt.
3. je een hekel hebt aan een personage.

Test.

Elvis Long woont in een Engelse kustplaats. Het is de eerste dag van de zomervakantie en hij heeft met Talisha afgesproken op de pier. Daar zal hij nooit aankomen, want zodra hij op straat komt, wordt er een briefje in zijn handen gedrukt. Er staat op: Dit is een test. WE HEBBEN JE VADER. VERTEL HET AAN NIEMAND. ANDERS TEKEN JE ZIJN DOODVONNIS.

Elvis denkt eerst dat het een grap is, maar al gauw blijkt zijn vader echt verdwenen te zijn. Langzaam wordt duidelijk dat Elvis op een bijna onmenselijke manier op de proef wordt gesteld.

In deze tekst zit vooral                                   spanning.

                          ...

actie

psychologische

Opdracht

Lees mee met het verhaal 'De overval' van Maren Stoffels.

Straks krijg je een aantal vragen over het verhaal.

Vragen

1. Waarom heeft Kobe het plan voor de overval bedacht?
2. De auteur legt het perspectief de ene keer bij Kobe en de andere keer bij Claire. Waarom past de auteur deze perspectiefwisselingen toe in het verhaal?

Vragen

3. ‘Ik zou maar een goede advocaat regelen, jongen. Voor een gewapende overval kom je er niet vanaf met een taakstraf.’ 

Welke straf vind jij passend voor deze overval: een taakstraf of een gevangenisstraf?
Geef hiervoor argumenten. 

Vragen

4.Claire bedenkt op een bepaald moment hoe ze alsnog hulp kan inroepen. Zoek een zin uit het verhaal waaruit dat blijkt.