Boeren en burgers betalen

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

Deze les:

- Topografie toets 

- Uitleg standensamenleving

- Zelf aan de slag

Leerdoel

Na deze les weet je wat je moet doen om je voor te bereiden op de topografietoets.

Na deze les weet je de verschillende standen te onderscheiden en te benoemen. 

Topografie toets

Gebruik de topografielijst 

Wat zie ik op het plaatje

Boeren en burgers betalen

De aanloop naar de Franse Revolutie

Tijdvak: Pruiken en revoluties

Standenmaatschappij

Standenmaatschappij

Begin middeleeuwen tot de Franse Revolutie

+- 800 tot 1789

De eerste stand was de geestelijkheid. 

Dit waren de priesters, monniken. De paus was de hoogste geestelijke.

Hun taak was: bidden voor de mensen

Wat voor mensen zijn van adel?

De tweede stand: de Adel

• De edelen: de mensen van adel.
  Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land.
  
• Hoge adel (grootgrondbezitters) en lage adel (plaatselijke heren, ridders, baronnen,...)

Bestaat adel nog steeds?

De adel en de geestelijkheid

Hadden veel voorrechten, zoals:

- Geen belasting betalen

- Eigen rechters

De derde stand

De boeren

De derde stand

De derde stand bestond uit de rest

Dit betekent eigenlijk vooral de boeren

De derde stand had niks te vertellen

Zij moesten al het werk doen en vooral alle belasting betalen

De standenmaatschappij

Geestelijken

Monniken

priesters

De rest, vaak

Boeren

Adel

Ridders

Koningen

De standenmaatschappij

standenmaatschappij

Wat betekent de spotprent?

Onvrede in de derde stand

Horigheid en herendiensten

De horigen wilden vrijheid en eigen land

Onvrede in de derde stand

De boeren: "Andere standen moeten belasting gaan betalen"

Onvrede in de derde stand

Rijke mensen in de derde stand wilden meer macht.

Wel belasting betalen, geen inspraak

Vaak uit de stad:

Advocaten, koopmannen, bankieren, juristen etc. 

Welke drie standen zijn er?

Wat zijn de adel?

Welke stand past bij
deze meneer?

Waarom was er onvrede bij de rijke derde stand?

Zelf aan de slag!

Bladzijde 9 en 10

Opdracht 6, 7 en 8