De grote vrijheidsbeperkende maatregelen Quiz

Er zijn vijf rondes: 
  1. Juist/Onjuist 
  2. Betekenis / definiëren 
  3. Wetgeving 
  4. Casussen 
  5. Meningsvorming
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepscodeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Er zijn vijf rondes: 
  1. Juist/Onjuist 
  2. Betekenis / definiëren 
  3. Wetgeving 
  4. Casussen 
  5. Meningsvorming

Slide 1 - Tekstslide

Je krijgt 8 minuten de tijd.....
Wat: Zoek informatie op over de volgende onderwerpen. 
Hoe: Met je telefoon 
Wie; In samenwerking met je groepje 
Tijd: 8 minuten 
Klaar: Even wachten 


Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen
  1. Wat is vrijheidsbeperking?
  2. Vormen van vrijheidsbeperkende maatregelen
  3. Fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen
  4. Middelen en maatregelen 
  5. Wetgeving vrijheidsbeperkende maatregelen

Slide 3 - Tekstslide

Je krijgt verschillende vragen. 
Juist / Onjuist vragen = Rode en groene blaadjes 

A, B, C vragen = A, B en C

Open vraag = lege blaadjes + pen 

Slide 4 - Tekstslide

Even oefenen...
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn bijvoorbeeld:
een zweedse band in bed of stoel, bedhekken omhoog doen, gordels in (rol)stoel, vast tafelblad aan de (rol)stoel, plank onder de stoel, deur op slot

Juist 
Onjuist 

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen....
Wat is vrijheidsbeperking? 

A) Dat mensen hun mening niet meer mogen geven 
B) Dat mensen worden beperkt in hun bewegingsvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid om hun eigen leven in te richten 
C) Mensen met een beperking hebben geen vrijheid meer. 

Slide 6 - Tekstslide

Maaaaaaar eerst: ........
Mag ik van ieder team 1 vrijwilliger

Deze persoon mag op de stoel gaan zitten. 


Slide 7 - Tekstslide

Spelregels:
- Degene die op de stoel zit, wordt vastgemaakt middels vijf fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen

- Als je een ronde met een voldoende afsluit, gaat 1 maatregel weg. 
                  Ik geef aan wanneer je de ronde met een voldoende afsluit. 

- Wie er als eerste los is, heeft het spel gewonnen. 

Slide 8 - Tekstslide

De vijf maatregelen. 
  1. Belletje (bewegingssensor) 
  2. Buikband (zweedse band) 
  3. Benen vastgebonden. 
  4. Handen vastgebonden 
  5. Tafel (rolstoeltafel) . 

Slide 9 - Tekstslide

Ronde 1: Juist/Onjuist 
Overleg met je team en maak een keuze.

Rood = onjuist 
Groen = juist 


Slide 10 - Tekstslide

De zweedse band wordt bij 4% van de zorgvragers in Nederland ingezet. 



juist 
onjuist 

Slide 11 - Tekstslide

De regels rondom vrijheidsbeperkende maatregelen staan op dit moment beschreven in de Wet zorg en dwang!
juist  
onjuist 

Slide 12 - Tekstslide

Je mag als instelling altijd vrijheidsbeperkende maatregelen toepassen



juist
onjuist 

Slide 13 - Tekstslide

Per jaar overlijden er 4 mensen aan het foutief gebruik van onrustbanden 



juist  
onjuist 

Slide 14 - Tekstslide

Per jaar overlijden er 4 mensen aan het foutief gebruik van onrustbanden 



juist  
onjuist 

Slide 15 - Tekstslide

Verplichte eet-/douche- en bedtijden is een voorbeeld van vrijheidsbeperking. 



juist  
onjuist 

Slide 16 - Tekstslide

In 2014 werd bij 41 tot 64% van de Nederlandse ouderen in verpleeghuizen wordt fysieke vrijheidsbeperking toegepast. 



juist  
onjuist 

Slide 17 - Tekstslide

Ronde 2: Betekenis en definiëren

Slide 18 - Tekstslide

Middelen en maatregelen zijn dwangmaatregelen om een noodsituatie op te lossen. Ze mogen alleen ingezet worden als het echt niet anders kan.

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf de definitie van de volgende vier middelen en maatregelen:

  1. Afzondering: 
  2. Separatie: 
  3. Fixatie:
  4. Medicatie: 

Slide 20 - Tekstslide

Ronde 3: Wetgeving

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 1: 'Nee, tenzij'
De Wet zorg en dwang vervangt de Wet Bopz per 1 januari 2020. Het uitgangspunt van de nieuwe wet is ‘Nee, tenzij’. Dit betekent: 

A: De cliënt mag 'Nee' zeggen op onvrijwillige zorg, tenzij zijn mantelzorger aangeeft dat deze zorg van ernstig belang is. 

B: Onvrijwillige zorg mag in principe niet worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving.

C: Geen vrijheidsbeperkende maatregelen, tenzij de cliënt dit even nodig heeft. 

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 2: Handelingsalternatieven
Bij de Wet zorg en dwang wordt eerst gekeken naar handelingsalternatieven voordat er gebruik wordt gemaakt van vrijheidsbeperkende maatregelen 

Juist 
Onjuist. 

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 3: Impact op welbevinden
De Wet Zorg & Dwang kijkt niet naar de impact op het lichamelijk en geestelijk welbevinden van de zorgvrager voordat onvrijwillige zorg wordt ingezet.  

Juist 
Onjuist 

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 4: Zorgplan
Wanneer onvrijwillige zorg wordt ingezet, moet je dit altijd in het zorgplan zetten. 

Juist 
Onjuist 

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 5: Termijn 
Onvrijwillige zorg mag maar een bepaalde tijd duren met als eis dat er een afbouwplan wordt gemaakt. Hoe lang mag de onvrijwillige zorg duren? 

A: Maximaal 1 maand 

B: Maximaal 3 maanden 

C: Maximaal 6 maanden. 

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 6: Middelen en maatregelen 
Middelen en maatregelen (besproken in de vorige ronde) zijn alleen toegestaan in een noodsituatie, als het echt niet anders kan. 
Hoe lang mogen deze middelen en maatregelen ingezet worden?

A: Maximaal 24 uur 
B: Maximaal 3 dagen 
C: Maximaal 7 dagen 

Slide 27 - Tekstslide

Ronde 4: Casussen

Slide 28 - Tekstslide

Ronde 4: Casussen
  1. Deur op slot
  2. Bedhek omhoog
  3. Medicatie buiten medeweten van de cliënt 



Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Ronde 5: Meningvorming
Overleg met je groepje. 

  1. Wat zijn vrijheidsbeperkende maatregelen volgens jullie? 
  2. Op welke manieren kun je dit allemaal terugzien in de praktijk?
  3. Wat vinden jullie van vrijheidsbeperking? 

Eén persoon naar voren die een korte pitch geeft over jullie mening
1 minuut de tijd voor de klas!! 

Slide 31 - Tekstslide

Vrijheidsbeperking
Welke vrijheidsbeperkende maatregelen heb je deze les gezien? 

Schrijf ze allemaal op met je team. 


Slide 32 - Tekstslide

Hoe voelde het voor de mensen die vast zaten? 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video