H3 CH 6 herhaling

H3 CH 6 herhaling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H3 CH 6 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Vergelijkingen

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal de volgende zin


Quel (welk) parc d’attractions est plus spectaculaire: le Parc Astérix ou Disneyland?

Slide 3 - Tekstslide

Welke vorm is juist?

La Tour Montparnasse est moins haut que / moins haute que la Tour Eiffel.

Slide 4 - Tekstslide

les verbes
De werkwoorden op -ir (finir) in de présent, passé composé en futur


De werkwoorden avoir, être, aller, faire, vouloir en pouvoir
in de présent, futur en passé composé

Slide 5 - Tekstslide

Les verbes (de werkwoorden)
vertaal de volgende werkwoorden:
  1. il finit
  2. on aura 
  3. je pourrai
  4. hij heeft gekund
  5. hij is geweest

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
avoir
aur
être
ser
faire
fer
aller
ir
pouvoir
pourr
vouloir
voudr
j'aurai
je pourrai
tu auras
tu pourras
il/elle/on aura
il/elle/on pourra
nous aurons
nous pourrons
vous aurez
vous pourrez
ils/elles auront
ils/elles pourront

Slide 8 - Tekstslide

Répond en français:
Qu’est-ce que tu fais après l’école ?

Slide 9 - Open vraag

Zet op de juiste volgorde:
au Canada – Ils – partent – jamais – ne – seuls

Slide 10 - Open vraag

Schrijfopdracht

Slide 11 - Tekstslide