Waarnemen en reageren 5.7

Waarnemen en reageren
Basisstof 5.7

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Waarnemen en reageren
Basisstof 5.7

Slide 1 - Tekstslide

IN DEZE LES

KORTE HERHALING 5.6 - HORMONEN
UITLEG 5.7
HUISWERK EN MAAKWERK

Slide 2 - Tekstslide

Hormoonstelsel
  • Bestaat uit een aantal hormoonklieren
  • Regelt vooral langzame, langdurige processen

Slide 3 - Tekstslide

Hormoonklieren
  • Een klier die cellen bevat die hormonen produceren

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de juiste naam naar de juiste hormoonklier
Teelbal
Hypofyse
Eierstok
Bijnier
Alvleesklier
Schildklier

Slide 5 - Sleepvraag

Hormoonklieren
  • maken hormonen
  • geven de hormonen af aan het bloed dat door de klier stroomt
  • hormonen zijn alleen werkzaam in organen die er gevoelig voor zijn!
hormoonklieren

Slide 6 - Tekstslide

Hormoonklieren
Hormoonklier
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn hormonen?
  • Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
  • Gemaakt in hormoonklieren
  • Worden vervoert door het bloed

Slide 8 - Tekstslide

Hypofyse
  1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
  2. Het maakt o.a. het groeihormoon
  3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)

Slide 9 - Tekstslide

Adrenaline
adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren (boven de nieren).

Adrenaline komt vrij als je bang of boos bent. 
Het zorgt ervoor dat je hart sneller gaat kloppen.

Slide 10 - Tekstslide

Welk hormoonklier is het belangrijkste?
A
Teelballen
B
Eierstokken
C
Hypofyse

Slide 11 - Quizvraag

Adrenaline wordt aangemaakt in de bijnieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 3?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 13 - Quizvraag

Het zenuwstelsel

  • Het zenuwstelsel bestaat uit: zenuwen, ruggenmerg en hersenen.

  • De hersenen en het ruggenmerg heten samen het centraal zenuwstelsel.

  • Alles wat je lichaam doet wordt geregeld door het zenuwstelsel.

Slide 14 - Tekstslide

De hersenen
1. grote hersenen
2. kleine hersenen
3. hersenstam

Slide 15 - Tekstslide

Ruggenmerg
Het ruggenmerg ligt tussen het wervelkanaal. Dit geeft bescherming. 

Tussen de wervels komen steeds twee zenuwen uit het ruggenmerg. (aan elke kant 1)

Slide 16 - Tekstslide

Zenuwcellen en zenuwen

Slide 17 - Tekstslide

De zenuwcel

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is een functie van het zenuwstelsel?
A
Verwerken van impulsen
B
De werking regelen van spieren en klieren
C
Verwerken van reflexen

Slide 20 - Quizvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Welk orgaan behoord niet in het zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hart
C
zenuw
D
ruggenmerg

Slide 22 - Quizvraag

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
Maak het hoofdstuk digitaal af t/m 5.7 inclusief de test je zelf
Ben je helemaal klaar, check de opdrachten in je mapje!
De toets van thema 7 is op woensdag 14 juni



Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Maak het hoofdstuk digitaal af t/m 5.7 inclusief de test je zelf
Ben je helemaal klaar, check de opdrachten in je mapje!
Afmaken tekening optische illusie
De toets van thema 7 is op dinsdag 13 juni



Slide 25 - Tekstslide