Thema 3 - week 2 - dictee 7 werkwoorden

werkwoord: melden

Hij ..... zich bij de politie.
TT
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

werkwoord: melden

Hij ..... zich bij de politie.
TT

Slide 1 - Open vraag

werkwoord: melden

Hij ..... zich bij de politie.
VT

Slide 2 - Open vraag

werkwoord: starten

Mijn vader ..... de auto.
TT

Slide 3 - Open vraag

werkwoord: starten

Mijn vader ..... de auto.
VT

Slide 4 - Open vraag

Tegenwoordige tijd
SCHUDDEN
ik  .........jij
ik vorm
ik schud
jij/hij/zij/het meisje
ik vorm+ t
hij schudt
jullie/ wij 
hele ww
wij schudden

Slide 5 - Tekstslide

Verleden tijd
SCHUDDEN - zit de laatste letter van de stam in het kofschip?







ik  .........jij
enkelvoud
ik schudde
jij/hij/zij/het meisje
enkelvoud
hij schudde
jullie/ wij 
meervoud
wij schudden
t ex kofschip

Slide 6 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
STARTEN
ik  .........jij
ik vorm
ik start
jij/hij/zij/het meisje
ik vorm+ t
hij start
jullie/ wij 
hele ww
wij starten

Slide 7 - Tekstslide

Verleden tijd
SCHUDDEN - zit de laatste letter van de stam in het kofschip?







ik  .........jij
enkelvoud
ik startte
jij/hij/zij/het meisje
enkelvoud
hij startte
jullie/ wij 
meervoud
wij startten
t ex kofschip

Slide 8 - Tekstslide

werkwoord: wedden

Vanochtend ..... Sam om twee euro.
VT

Slide 9 - Open vraag

werkwoord: verspreiden

De man ..... de folders over de straat.
TT

Slide 10 - Open vraag

werkwoord: sprinten

De sporters ..... naar de finish.
VT

Slide 11 - Open vraag

werkwoord: scheiden

Mijn moeder ...... het afval.
TT

Slide 12 - Open vraag

werkwoord: vergroten

De fotograaf ..... de foto.
VT

Slide 13 - Open vraag

werkwoord: beantwoorden

Zojuist ..... wij de vraag.
VT

Slide 14 - Open vraag

Wat weet jij over het voltooid deelwoord!

Slide 15 - Open vraag

Bijvoeglijk voltooid deelwoord
De aardappelen zijn aangebrand (voltooid deelwoord). 
De aangebrande aardappelen (bijvoeglijk voltooid deelwoord)

Het zakgeld is beloofd (voltooid deelwoord).
Het beloofde zakgeld. (bijvoeglijk voltooid deelwoord)

De wielrenner is gestopt (voltooid deelwoord).
De gestopte wielrenner. (bijvoeglijk voltooid deelwoord)

Slide 16 - Tekstslide


Ik breid uit
ik breidde uit
ik heb ...........

werkwoord: uitbreiden.

Onze tuin is met twaalf meter ..........
VD

Slide 17 - Open vraag


Ik breid uit
ik breidde uit
ik heb ...........

werkwoord: uitbreiden.

de .......... tuin

Slide 18 - Open vraag


Ik besteed
ik besteedde
ik heb ...........

werkwoord: besteden

De Sint heeft zijn geld goed .........
VD

Slide 19 - Open vraag


Ik besteed
ik besteedde
ik heb ...........

werkwoord: besteden

het ........ geld

Slide 20 - Open vraag


Ik bevries
ik bevroor
ik ben ...........

werkwoord: bevriezen

Mijn voeten zijn .......
VD

Slide 21 - Open vraag


Ik bevries
ik bevroor
ik ben ...........

werkwoord: bevriezen

De ....... voeten

Slide 22 - Open vraag


Ik blaas op
ik blies op
ik heb ...........

werkwoord: opblazen

De ballon is .........
VD

Slide 23 - Open vraag


k blaas op
ik blies op
ik heb ...........
werkwoord: opblazen

De ....... ballon

Slide 24 - Open vraag


Ik schrijf op
ik schreef op
ik heb ...........

werkwoord: opschrijven

Ik heb een woord ..........
VD

Slide 25 - Open vraag


Ik schrijf op
ik schreef op
ik heb ...........

werkwoord: opschrijven

Het ......... woord

Slide 26 - Open vraag


Ik vlecht in
ik vlocht in
ik heb ...........

werkwoord: invlechten

Ik heb mijn zusjes haar ............
VD

Slide 27 - Open vraag


Ik vlecht in
ik vlocht in
ik heb ...........

werkwoord: invlechten

Mijn zusjes .......... haar

Slide 28 - Open vraag

Thema 3 - week 2 - dictee 7 werkwoorden

Slide 29 - Tekstslide