Economie: Samenwerken en onderhandelen
1 / 24
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Waar denk je aan bij "samenwerken en onderhandelen"?
Slide 3 - Woordweb
Welk kenmerk kan een gevangenendilemma NIET hebben?
A
Niet overleggen
B
Eenmalige beslissing
C
Kiezen voor het collectieve belang
D
Tegelijkertijd de beslissing nemen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de dominante strategie van Pieter?
A
Zwijgen
B
Aangeven
Slide 6 - Quizvraag
Gaat de prijs bij een prijzenoorlog omhoog of omlaag?
A
Omhoog
B
Omlaag
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een negatief extern effect
Slide 9 - Woordweb
Zoek een afbeelding op van een positief extern effect
Slide 10 - Open vraag
Waar staat "zzp" voor?
Slide 11 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van primaire arbeidsvoorwaarden?
A
Aantal vakantiedagen
B
Reiskostenvergoeding
C
Pensioen
D
Lease auto's van het bedrijf
Slide 12 - Quizvraag
Waar staat "cao" voor?
A
Collectieve arbeidsovereenkomst
B
Collectief arbeid overeenkomst
C
Centraal Akkoord onderneming
D
Centrale arbeidsovereenkomst
Slide 13 - Quizvraag
Welk land is GEEN EU-land?
A
Nederland
B
Cyprus
C
Malta
D
IJsland
Slide 14 - Quizvraag
Ben je het eens of oneens over dat Nederland in de EU zit?
Eens
Oneens
Neutraal (Zwitserland)
Slide 15 - Poll
Waar denk je aan bij "ecologische voetafdruk"?
Slide 16 - Woordweb
Wat vind jij een goede hedendaagse innovatie?
Slide 17 - Open vraag
Koppel de juiste definitie aan het begrip
Document waarin gemaakte afspraken zijn vastgelegd.
Het vooropstellen van het eigen belang in een dilemma.
Een spel waarbij de uitkomst van het spel een constante waarde is.
Gelijktijdig beslissingen nemen in een spelsituatie.
Contract
Individuele belang
Nul-som-spel
Simultaan spel
Slide 18 - Sleepvraag
Wat betekent "circulaire economie"?
A
Economie gebaseerd op levenscyclus
B
Producten en materialen worden hergebruikt
C
Flexibele contracten verhogen de kans op een baan
D
Alle producten zijn circelvormig
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Waar staat "NAFTA" voor?
A
Noord-Amerikaanse vrijhandels-
overeenkomst
B
Nationale afgifte federale transactie-overeenkomst
C
Aardoliefracties
D
Nicotine aan frontale transport aangifte
Slide 21 - Quizvraag
Geef het juiste begrip bij de volgende omschrijving:
Middelen die worden ingezet om negatieve externe effecten te voorkomen.
Middelen die worden ingezet om negatieve externe effecten te voorkomen.
A
Maatschappelijke kosten of opbrengsten
B
Collectieve dwang
C
Verzonken kosten
D
Algemeen verbindend
Slide 22 - Quizvraag
Niels en Siebe hebben Knab en Bab gemaild, maar nooit reactie terug ontvangen. Hoe hadden Emiel en Bob beter kunnen handelen?
