Zelfsturende les - basisstof 4
1 / 19
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke voedingsstof breekt lipase af en welke verteringsproducten ontstaan er?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de pH in de maag ongeveer?
A
pH 2
B
pH 4
C
pH 6
D
pH 8
Slide 4 - Quizvraag
Tot welke moleculen kunnen koolhydraten worden afgebroken?
A
Glucose
B
Fructose
C
Galactose
D
Glucose, fructose en galactose
Slide 5 - Quizvraag
In welk orgaan/welke organen worden eiwitten afgebroken?
A
Alleen in de maag
B
Alleen in de twaalfvingerige darm
C
In de maag en de twaalfvingerige darm
D
In de maag, de twaalfvingerige darm en de dunne darm
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de functie van gal?
Slide 7 - Open vraag
Waar start de vertering van koolhydraten?
A
Mondholte
B
Maag
C
Twaalfvingerige darm
D
Dunne darm
Slide 8 - Quizvraag
Pepsinogeen is het pro-enzym van pepsine. Oftewel: pepsinogeen is de inactieve vorm van pepsine. Hoe wordt pepsinogeen omgezet tot pepsine?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Welk orgaan komt voor de dunne darm en welk orgaan komt na de dunne darm? Schrijf ze allebei op.
Slide 12 - Open vraag
Wat is de functie van deze lengte- en kringspieren?
Slide 13 - Open vraag
Leg uit waarom het belangrijk is dat de dunne darm zo'n groot oppervlak heeft.
Slide 14 - Open vraag
Zoek op wat de functie van de lever is. Leg nu uit waarom het belangrijk is dat het bloed van de darmen, via de poortader, eerst naar de lever gaat.
Slide 15 - Open vraag
Welke van de twee soorten transport kost ATP?
A
Actief
B
Passief
Slide 16 - Quizvraag
Lipofiele stoffen zijn stoffen die goed oplossen in vetten en goed aan vetten kunnen binden. Leg uit waarom het juist de lipofiele stoffen zijn die geen transporteiwit nodig hebben, maar gewoon door het celmembraan heen kunnen diffunderen.
Slide 17 - Open vraag
Hoe noemen we de symbiose tussen darmbacteriën en hun gastheer?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Predatie
