Basisstof 3: Chemische vertering

Thema 3: Vertering
Basisstof 3: Chemische vertering
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Vertering
Basisstof 3: Chemische vertering

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 2
  • Aan het werk
  • Verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De kenmerken van enzymen beschrijven;
  • Beschrijven welke voedingsstoffen worden verteerd in de verschillende delen van het spijsverteringsstelsel.

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Zet bij elk orgaan van het verteringsstelsel welk proces er plaatsvindt:
  • Kauwen
  • Vertering door enzymen
  • Darmperistaltiek
  • Doden van bacteriën
  • Opslag
  • Emulgeren van vetten
  • Resorptie

Slide 4 - Tekstslide

Enzymen
Met behulp van verteringsenzymen worden voedingsstoffen afgebroken tot losse bouwstenen.
  • Enzymen zijn eiwitten;
  • Enzymen hebben een substraat (en zijn dus erg specifiek);
  • Enzymen worden gebruikt;
  • Enzymactiviteit is afhankelijk van de temperatuur en de pH

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Vul het schema in tijdens de uitleg:
  • Welke enzymen worden afgegeven
  • Welke stoffen worden verteerd

Slide 8 - Tekstslide

Vertering koolhydraten
De speekselklieren produceren speeksel.
  • Speeksel bevat amylase;
  • Zetmeel wordt afgebroken tot maltose (disacharide);
  • Werkzaam bij pH 6 - 7,5 (optimum 6,6)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Vertering vetten
De alvleesklier produceert alvleessap met verschillende enzymen.
  • Lipase verteert vetten (lipiden);
  • Knipt vetten tot vetzuren en glycerol;
  • pH-optimum: 8,0

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Vertering eiwitten
De maagwand produceert pepsinogeen (een pro-enzym).
  • Geactiveerd tot pepsine onder invloed van zoutzuur;
  • Pepsine splitst eiwitmoleculen;
  • Verteringsproducten: polypeptiden (lange aminozuurketens);
  • pH-optimum: 2,5

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Darmsap
Darmsap wordt gemaakt in de darmwand van de dunne darm.
Darmsap bevat:
  • Maltase (maltose -> 2 glucose);
  • Sacharase (sacharose -> 2 glucose);
  • Lactase (lactose -> 2 glucose)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke 4 (groepen) voedingsmiddelen worden zonder vertering in het bloed opgenomen?

Slide 22 - Open vraag

Welke 2 functies heeft zoutzuur in maagsap?

Slide 23 - Open vraag

Pepsine (peptase) wordt niet direct in actieve vorm afgescheiden door kliercellen. Waarom?

Slide 24 - Open vraag

Onder invloed van welke prikkel opent het maagportier zich? Welk verteringssap is daarvan de oorzaak?

Slide 25 - Open vraag

Waardoor is de pH in de dunne darm gedaald naar 7?

Slide 26 - Open vraag