Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica - zinsdelen 1M pv, ow, wg, lv
De zinsdelen die je moet kennen
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De zinsdelen die je moet kennen
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Zet de zinsdeelstrepen:
Gisteren werd ik door de hond van de buren gebeten.
Slide 3 - Open vraag
De persoonsvorm (pv) vind je door:
1. de zin van tijd te veranderen --> het werkwoord dat verandert, is de pv
2. de zin van aantal veranderen --> het werkwoord dat verandert, is de pv
Slide 4 - Tekstslide
Zoek de pv:
De docent wiskunde heeft me het vorige uur straf gegeven.
A
heeft
B
straf
C
het vorige uur
D
de docent wiskunde
Slide 5 - Quizvraag
Zoek de pv:
De bejaarde overbuurman van mijn moeder geeft zijn hond altijd biefstuk.
A
biefstuk
B
zijn hond
C
De bejaarde overbuurman
D
geeft
Slide 6 - Quizvraag
Het werkwoordelijk gezegde (wg)
Alle werkwoorden in de zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Zoek het wg:
De docent wiskunde heeft me het vorige uur straf gegeven.
A
heeft straf gegeven
B
heeft gegeven
C
heeft
D
heeft me gegeven
Slide 9 - Quizvraag
Het onderwerp (ow)
Het onderwerp van een zin doet of is iets.
Je kunt het onderwerp vinden door te vragen wie/wat+wg? Het antwoord is dan het ow van je zin.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Zoek het ow:
De docent wiskunde heeft me het vorige uur straf gegeven.
A
heeft
B
de docent wiskunde
C
de docent
D
me
Slide 12 - Quizvraag
Zoek het ow:
De bejaarde overbuurman van mijn moeder geeft zijn hond altijd biefstuk.
A
mijn moeder
B
De bejaarde overbuurman van mijn moeder
C
zijn hond
D
biefstuk
Slide 13 - Quizvraag
Het lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp doet iets met (lijdt onder) het onderwerp.
Je vindt het lijdend voorwerp door te vragen: wie/wat+wg+ow?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Zoek het lv:
De docent wiskunde heeft me het vorige uur straf gegeven.
A
straf
B
het vorige uur
C
de docent wiskunde
D
de docent
Slide 16 - Quizvraag
Zoek het lv:
De bejaarde overbuurman van mijn moeder geeft zijn hond altijd biefstuk.
A
de bejaarde overbuurman
B
zijn hond
C
De bejaarde overbuurman van mijn moeder
D
biefstuk
Slide 17 - Quizvraag
https:
Slide 18 - Link
https:
Slide 19 - Link
Meer lessen zoals deze
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Grammatica - herhaling zinsdelen
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zd: het lijdend voorwerp
Januari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Studyflow G3 havo 1
Mei 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Het lijdend voorwerp
December 2016
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica pv tot en met bwb herhaling
September 2022
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
zaterdag 14 oktober 2023
Oktober 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Klas 3H Herhaling grammatica zinsdelen
November 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2