‹Terug naar zoeken

4.6 Woorden met -ig

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat hoor je?
Vul in:

Slide 4 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 5 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 6 - Open vraag


Slide 7 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 8 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 9 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 10 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 11 - Open vraag

Wat hoor je?

Slide 12 - Open vraag

Meer lessen zoals deze

4.6 Woorden met -ig

- Les met 12 slides
Nederlands NT2BasisschoolGroep 8

TaalCompleet 4.6

- Les met 18 slides
SpellingBasisschoolGroep 6

Taalcompleet thema 4.6 t/m 4.9 (A1)

- Les met 45 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Taalcompleet thema 4.6 t/m 4.9 (A1)

- Les met 45 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Groep 5-6 | spelling | woorden met ig, lijk, ing, heid en tijd.

- Les met 14 slides
NederlandsSpelling+2BasisschoolGroep 5,6

Groep 5-6 | spelling | woorden met ig, lijk, ing, heid en tijd.

- Les met 14 slides
NederlandsSpelling+2BasisschoolGroep 5,6

Groep 5-6 | spelling | woorden met ig, lijk, ing, heid en tijd.

- Les met 22 slides
NederlandsSpelling+2BasisschoolGroep 5,6

Welke letter: -tie en stomme -e, 0F

- Les met 11 slides door SCORE Nederlands vo/mbo
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mboSCORE Nederlands vo/mbo