‹Terug naar zoeken

H8.3 Je bloed vervoert les 1 en 2

8.3 Je bloed vervoert les 1
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

8.3 Je bloed vervoert les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesverloop
1. terugblik
2. leerdoelen 8.3 
3. Uitleg
4. Opdrachten maken
5. afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 8.1 Het werkt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nodig voor de verbranding?
A
Brandstof
B
Brandstof en verbrandingsproducten
C
Brandstof en zuurstof
D
Zuurstof en verbrandingsproducten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verbrandingsproducten ontstaan bij de verbranding van kaarsvet?
A
water koolstofdioxide
B
licht en warmte
C
zuurstof water
D
koolstofdioxide licht

Slide 5 - Quizvraag

Uitleg:
Energie komt vrij in de vorm van licht en warmte
Onderdelen van cellen doe bij dierlijke cellen voor kunnen komen zijn ....
A
... celkern, celmembraan en celwand
B
.... kernplasma, celwand en cytoplasma
C
kernmembraan, celmembraan en cytoplasma
D
celmembraan, celwand en cytoplasma

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 8.2
Ademhaling en gaswisseling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er uitgewisseld met gaswisseling in de longblaasjes?
A
Zuurstof en glucose
B
Zuurstof en koolstofdioxide
C
Koolstofdioxide en glucose
D
Energie en glucose

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longblaasjes?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 8.3
1Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert

2.Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken opnoemen. 
3. Je kunt beschrijven hoe stoffen vanuit je bloed bij je cellen komen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op de plaatjes?
Wat zijn de overeenkomsten?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagader:  bloed met zuurstof.
Haarvaatjes: verdelen bloed over de spier.
Ader: bloed zonder zuurstof

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er in bloed?

Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vervoert jouw bloed glucose en andere voedingsstoffen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgebreide uitleg start
Mensen met cijfer hoger dan 6 gemiddeld mogen zelfstandig werken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er in bloed?

Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma vervoert GLUCOSE!
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je een suikerklontje (glucose) in een glaasje water doet?
A
Het klontje gaat zwemmen
B
Het klontje verdwijnt
C
Het klontje blijft een klontje
D
Het suiker lost op in het water

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je een suikerklontje (glucose) in een glaasje PLASMA doet?
A
Het klontje gaat zwemmen
B
Het klontje verdwijnt
C
Het klontje blijft een klontje
D
Het suiker lost op in het water

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Glucose (suiker) lost op in het bloedplasma.
Het bloed stroomt door het lichaam. Zo wordt de glucose  vervoerd.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1B.) Hoe vervoert jouw bloed zuurstof?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het bloed zuurstof meenemen vanuit de longblaasjes?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er in bloed?

Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen vervoeren ZUURSTOF!
Hoe dan?
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het oppervlakte van rode bloedcellen zit "Hemoglobine"
Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof kan vast pakken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heeft een marathon-loper veel of weinig Hemoglobine?
(2 goed)
A
Veel; want zijn spieren hebben veel energie nodig
B
Weinig, want de rode bloedcellen moeten weinig zuurstof verplaatsen
C
Weinig, want...
D
Veel, zo kunnen de rode bloedcellen veel zuurstof naar de spieren brengen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Paragraaf 8.3: Maak opdrachten 1 t/m 13

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben CO2 en glucose nodig
B
Ze hebben zuurstof en glucose nodig
C
Ze hebben energie nodig...
D
Ze hebben CO2 en koolstofdioxide nodig

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er in bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Plasma en cellen
D
Een soort gele vloeistof

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is bloed eigenlijk rood?
A
Door de CO2
B
Door de zuurstof
C
Door het plasma
D
Door de rode bloedcellen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
CO2
D
Zuurstof

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les
Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: 

2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Je bloed vervoert les 2

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
CO2
D
Zuurstof

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma vervoert GLUCOSE!
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het oppervlakte van rode bloedcellen zit "Hemoglobine"
Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof kan vast pakken.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Je bloed vervoert...
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op de plaatjes?
Wat zijn de overeenkomsten?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote snelweg
Nauw steegje

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagader:  bloed met zuurstof.
Haarvaatjes: verdelen bloed over de spier.
Ader: bloed zonder zuurstof

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagader:  bloed met zuurstof.
Haarvaatjes: verdelen bloed over de spier.

Ader: bloed zonder zuurstof (met koolstof-dioxide; CO2)

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom stroomt bloed in de goede richting?
A
Bloed kan maar in 1 richting stromen
B
Door "deurtjes" in de aders...
C
Door "kleppen" in de aders...
D
Bloed met zuurstof gaat naar de spier...

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door kleppen in de bloedvaten kan bloed maar in 1 richting stromen...
Te vergelijken met supermarkt-poortjes...

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar stroomt bloed MET zuurstof naartoe?
A
Naar de hersenen...
B
Naar de spier...
C
Naar de long...
D
Naar een plek waar energie nodig is...

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurtof?
A
Door urinebuis
B
Door de slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dokter tapt bloed af uit jouw ader. Wat zit er in DAT bloed?
A
Zuurstof
B
Rode bloedcellen
C
Geen zuurstof
D
Koolstof-dioxide (CO2)

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Je bloed vervoert...
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.4 De bloedsomloop
1.) Hoe stroomt bloed door je lichaam?
2.) Hoe werkt je hart?

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

H8.3 Je bloed vervoert

- Les met 42 slides
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

MMA2 - 8.3 Je bloed vervoert

- Les met 42 slides
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

H8.3 Je bloed vervoert

- Les met 50 slides
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

H8.3 Je bloed vervoert Havo

- Les met 37 slides
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

8.3 Je bloed vervoert (1)

- Les met 27 slides
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

H8: herhaling + mindmap

- Les met 25 slides
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

8.3 bloed vervoert: opdrachten

- Les met 15 slides
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

5H 11.4 Bloedplasma en bloedcellen

- Les met 24 slides
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5