Geschiedenis les 1

Geschiedenis les 1
Wat ga je leren?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 3-5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis les 1
Wat ga je leren?

Slide 1 - Tekstslide

Je leert:
over jagers en boeren, hoe jagers en boeren vuursteen gebruiken en hoe jagers en boeren vuur maken.
begrippen: de jager, de boer, de verzamelaar, de vuursteen, de tondelzwam en de vuurboog.

Slide 2 - Tekstslide

Betekenissen: de jagers
iemand die dieren verdoodt als zijn beroep. dan kan hij misschien de vlees geven aan iedereen.

Slide 3 - Tekstslide

de boer
iemand die leeft van de landbouw of de veeteelt. ze zorgen dieren en ze planten groenten.

Slide 4 - Tekstslide

de verzamelaar
een verzamelaar zoekt eten in de natuur bijvoorbeeld brandnetels of kruiden. ze maken van brandnetels brandnetelsoep.

Slide 5 - Tekstslide

vuursteen
een soort steen.

Slide 6 - Tekstslide

tondelzwam
tondelzwam zijn een soort schelp die groeien in dode bomen. van tondelzwam kun je vuur maken.

Slide 7 - Tekstslide

vuurboog
een soort boog waar je vuur kan maken.

Slide 8 - Tekstslide

Begin maar vast!
Ga lekker beginnen!

Slide 9 - Tekstslide

Wat hoort niet bij de tijd van jagers en boeren? ( 2 zijn goed)
A
Jagers
B
Scherpe rugtassen
C
Winkelwagens
D
Trouwen

Slide 10 - Quizvraag

Lees dit stukje over Ivar.
Hoi, ik ben Ivar. Mijn vader is jager. Ik mag nog niet met hem mee op jacht. Net als de andere kinderen help ik mijn moeder en de andere vrouwen bij het zoeken naar eetbare planten. Dat vind ik niet erg. Want voedsel zoeken duurt nooit lang. Ik heb dus veel tijd over om te spelen en te luieren.

Slide 11 - Tekstslide

Lees dit stukje over leven in de natuur.
Ivar hoort bij een groep jagers. Leven in de natuur is moeilijk en gevaarlijk. De mannen jagen op allerlei soorten dieren. En ze vangen vis in de rivier. Als er niet genoeg dieren meer zijn, trekt de groep naar een ander gebied. In de natuur vinden de jagers alles wat ze nodig hebben. Bijvoorbeeld brandnetels, waar soep van wordt gemaakt.

Slide 12 - Tekstslide

Lees dit stukje over Nana.
Hoi, ik ben Nana. Ik woon in een dorp aan de rivier. Wij zijn boeren. Wij hebben veel dieren in ons dorp. Mijn beste vriend is Waus de hond. Hij gaat altijd met de mannen mee op jacht, want hij heeft de beste neus.

Slide 13 - Tekstslide

Lees het stukje over Het dorp en Nog meer eten in de boek.

Slide 14 - Tekstslide

Welke dieren horen bij de boeren?
A
Tijger
B
Cavia
C
Schaap en varken
D
Gans en koe.

Slide 15 - Quizvraag

Lees de stukje over Vuursteen is onmisbaar
Jagers en boeren zijn allebei verzamelaars. Ze zoeken in de omgeving naar eetbare planten en kruiden. Ze verzamelen ook vuursteen. Hier maken ze wapens en gereedschappen van. Vuursteen vind je soms gewoon langs een rivier, maar meestal zit het diep onder de grond.

Slide 16 - Tekstslide

Lees het stukje pijlpunt maken en vondsten en de stapjes in de werkboek.

Slide 17 - Tekstslide

De tijd van jagers en boeren noemen we vaak de steentijd. Waarom?
A
Omdat mensen in die tijd steen belangrijk vond.
B
Omdat het aarde gevuld was met zo veel stenen.
C
Omdat mensen met stenen vechten.
D
Omdat je zo irritant bent.

Slide 18 - Quizvraag

Wat kun je doen met een scherp stuk vuursteen?
A
Gebruiken als pijlpunt en vuur maken.
B
Je poep weghalen.
C
Steen maken en dieren vermoorden.
D
Diarree krijgen.

Slide 19 - Quizvraag

Lees het stukje vuur maken met een boog en de stapjes in de werkboek.

Slide 20 - Tekstslide

Wat gebruiken jagers om vuur te maken? (3 antwoorden goed)
A
lucifers
B
tondelzwam
C
vuurboog
D
mos

Slide 21 - Quizvraag

Waarom was vuur belangrijk in de tijd van Ivar en Nana?
A
Vuur gaf warmte als het koud was en vuur houdt wilde dieren weg.
B
Op vuur kun je koken
C
Met vuur kun je vuursteen maken
D
Vuur geeft licht als het donker is.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video