2m2 08/04

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 
Je gaat vandaag zelfstandig deze les doorlopen. 

  1. Herhaling plurals 
  2. Introduction present perfect 
  3. Huiswerk!

Good luck!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals:
potato

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals:
box

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals:
table

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals:
monkey

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Time for the present perfect 
Bekijk de video op de volgende slide. Ja ik weet het, verleidelijk om door te klikken. Maar het is echt handig!!!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet de Present Perfect er uit?
  • Have + participle
  • I, you, we, they
  • Has + participle
  • he, she, it
  • Hoe kom je aan die 'participle?'
  • Is het woord regelmatig? : hele werkwoord + ed
  • Is het woord onregelmatig?: 3e vorm

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
He has won the lottery.
B
He have won the lottery.
C
He has win the lottery.
D
He have win the lottery.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
They have walked here.
B
They have walk here.
C
They has walk here.
D
They has walked here.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en ontkenningen
  • Vragen: Zet have of has vooraan de zin:
  • Have you bought that dog yet?
  • Ontkenningen: zet not achter have of has
  • He has not won the lottery.

  • Je gebruikt dus altijd hetzelfde hulpwerkwoord en voltooid deelwoord!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
Has bought he a dog?
B
Has he a dog bought?
C
Has he bought a dog?
D
He has bought a dog?

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
Won we the lottery?
B
Have won we the lottery?
C
Have the lottery we won?
D
Have we won the lottery?

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer Present Perfect?
De Present Perfect gebruik je in de volgende situaties:
  1. Als iets in het verleden begonnen is en nu nogsteeds doorgaat: I have lived here for ten years.
  2. Als iets net is afgelopen (en je merkt nu het resultaat): I have just lost my keys!
  3. Als iets in het verleden is gebeurd maar er staat niet wanneer: My parents have bought a dog.
  4. Om te praten over ervaringen tot nu toe: I have never been to France.

Signaalwoorden: for, yet, never, ever, just, already, since, latel, recently
Ezelsbrug = FYNE JAS

Slide 18 - Tekstslide

ezelsbrug = fyne jas
welk signaalwoord zit niet in fyne jas = lately {maar hoort er wel bij}
F staat voor = for
Y staat voor = yet
N staat voor = never
E staat voor = ever
J staat voor = just
A staat voor = already
S staat voor = since
Zet deze zin in de present perfect.

Postman Pat (just - to deliver) the letters.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework 

Chapter 5 (let op! werkboek B) exercise  5, 6 & 7 moeten al af zijn! 

Klaar? Well done :) 
Practice with the new grammar by making exercise 14 & 16 from chapter 5 lesson 2 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies