In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.5 Afweer
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Slide 2 - Tekstslide
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 3 - Quizvraag
Naast de nieren zijn er nog 3 andere organen die een uitscheidingsfunctie hebben.
Welke organen zijn dat?
A
1 = milt
2 = schildklier
3 = lever
B
1 = alvleesklier
2 = longen
3 = huid
C
1 = lever
2 = maag
3 = baarmoeder
D
1 = longen
2 = lever
3 = huid
Slide 4 - Quizvraag
Wat is uitscheiden?
A
Verwijderen van afvalstoffen
B
In- en uitademen
C
Plassen en poepen
D
Zweten
Slide 5 - Quizvraag
Blaas
Urineleider
Nier
Urinebuis
Slide 6 - Sleepvraag
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 7 - Sleepvraag
Doel van de les
8 Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte.
9 Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een inenting.
Ziekteverwekkers komen niet zomaar in je lichaam. Maar soms lukt het ze toch. Dan maken witte bloedcellen de ziekteverwekkers onschadelijk.
Dat heet afweer.
Slide 8 - Tekstslide
Ziekteverwekkers
Van sommige bacteriën en virussen kun je ziek worden. Deze bacteriën en virussen noem je ziekteverwekkers. Je lichaam houdt ziekteverwekkers tegen:
• met de huid
• met de slijmvliezen
• met zoutzuur
Slide 9 - Tekstslide
Afweer
Ziekteverwekkers komen niet zo gemakkelijk je lichaam binnen. Lukt het ze toch, dan maken witte bloedcellen de ziekteverwekkers onschadelijk. Dat heet afweer.
Slide 10 - Tekstslide
De huid
De huid houdt schadelijke stoffen en organismen tegen, bijvoorbeeld bacteriën.
Slide 11 - Tekstslide
De slijmvliezen
De slijmvliezen in je neus houden kleine stofjes en ziekteverwekkers tegen. Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt.
Slide 12 - Tekstslide
De maag
In je maag worden de bacteriën gedood door zoutzuur (een stof in het maagsap). Ook bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen, worden door het zoutzuur gedood.
Slide 13 - Tekstslide
Infectie
Als het ziekteverwekkers toch lukt om je lichaam binnen te komen, heb je een infectie. Het afweersysteem (of immuunsysteem) wordt dan actief en gaat de ziekteverwekker bestrijden. Ziekteverwekkers zijn meestal bacteriën of virussen. Ook sommige schimmels kunnen een infectie veroorzaken.
Slide 14 - Tekstslide
Afweer
Witte bloedcellen maken de ziekteverwekkers die toch het lichaam in komen onschadelijk, dit noem je afweer. Je kunt witte bloedcellen zien als ‘soldaten’. Ze worden eropuit gestuurd om de ziekteverwekkers te vinden en te doden. Sommige witte bloedcellen doen dat door de ziekteverwekker op te nemen en kapot te maken. De witte bloedcel gaat daarbij zelf ook vaak dood.
Witte bloedcel
Bacteriën
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Antistoffen
Er zijn andere typen witte bloedcellen die antistoffen maken tegen de ziekteverwekkers (bv. bacteriën of virussen). Deze antistoffen plakken zich vast aan de ziekteverwekker en maken deze onschadelijk.
Een antistof past maar op één ziekteverwekker. Voor verschillende ziekteverwekkers zijn verschillende antistoffen nodig. De witte bloedcellen kunnen veel verschillende antistoffen maken. Je bloed vervoert de antistoffen door het lichaam.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Eerst ziek, dan beter
Als je een infectie hebt, duurt het een tijdje tot de witte bloedcellen voldoende antistof hebben gemaakt . Daardoor word je bij een infectie vaak eerst ziek. Als er voldoende antistof is gemaakt, word je weer beter.
Slide 19 - Tekstslide
Immuun
Als je lichaam een antistof heeft gemaakt, blijft deze antistof nog een tijdje aanwezig in het bloed. Bovendien ‘onthouden’ de witte bloedcellen hoe ze deze antistof moeten maken. Komt dezelfde ziekteverwekker later nog een keer in je lichaam, dan kunnen de witte bloedcellen meteen de juiste antistof maken. Je wordt dan niet ziek: je bent immuun geworden voor deze ziekte.
Slide 20 - Tekstslide
Natuurlijke immuniteit
Immuniteit die ontstaat doordat je ziek bent geweest, noem je natuurlijke immuniteit.
De mensen die ziek zijn geworden door corona, krijgen een QR code omdat ze nu immuun zijn voor COVID-19. Deze immuniteit kan soms van korte duur zijn (zoals bij COVID) of je hele leven (zoals bv. waterpokken)
Witte bloedcel
Ziekteverwekker
Slide 21 - Tekstslide
Kunstmatige immuniteit
Een verzwakt, dood, of klein stukje ziekteverwekker (vaccin) wordt ingespoten Dit heet een vaccinatie. Je wordt hier niet ziek van maar je witte bloedcellen gaan wel antistoffen maken zodat je immuun wordt voor deze ziekteverwekker.