H4B 2e instructieles periode 2

WELKOM
            bij de les Nederlands 



                                      
 van 15 november
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
            bij de les Nederlands 



                                      
 van 15 november

Slide 1 - Tekstslide

lesinhoud
  • korte herhaling argumentatie
  • argumentatie uit tekst halen
  • start module + groepsindeling
  • werken aan voorbereidingsopdracht (papier)

Slide 2 - Tekstslide

1. Formuleer de hoofdgedachte van tekst 1 in maximaal 30 woorden.

Zweten is een beetje vies. Het is bovendien duur en nergens voor nodig. Een lidmaatschap van de sportschool kost al gauw 500 euro per jaar. Voor de gezondheid levert het weinig extra baten op. Elke dag met de fiets naar school, werk of de supermarkt is al voldoende, is door de wetenschap vastgesteld.
Lichamelijke beweging is buitengewoon gezond. Het maakt de spieren sterker, het is goed voor de hersenen. Het bestrijdt een depressie even goed als Prozac of Seroxat, het is goed voor het gewicht, je krijgt er zelfvertrouwen van, de potentie neemt toe. Kortom: alles wordt beter als je in beweging komt.
Maar over dat bewegen bestaat een ernstig misverstand: dat het zo hard werken is. Dat je elke dag 10 kilometer moet hardlopen, dat je twintig baantjes in het zwembad moet trekken, dat je je op de tennisbaan uit de naad moet werken.
Het is allemaal niet waar. Hard zweten is nergens voor nodig. Elke dag een kwartier tot een half uur beweging op een dusdanige manier dat je nog net een beetje gaat zweten, is al voldoende voor de gezondheid.

( 1) Na een begeleidingsperiode van zes maanden is zijn Nederlands nog steeds niet op het juiste niveau. (2) Hij is niet in staat om een eindexamentekst VMBO juist te interpreteren. (3) Hij zal dus waarschijnlijk worden ontslagen. 
Lees onderstaande alinea. Ieder zin heeft een eigen functie binnen de argumentatie. Geef per zin aan wat de functie is. Kies uit standpunt, argument, subargument.
Vul je antwoord op de volgende slide in.

Slide 3 - Tekstslide

Na een begeleidingsperiode van zes maanden is zijn Nederlands nog steeds niet op het juiste niveau.
Hij is niet in staat om een eindexamentekst VMBO juist te interpreteren.
Hij zal dus waarschijnlijk worden ontslagen. 
subargument
standpunt
argument

Slide 4 - Sleepvraag

1. Formuleer de hoofdgedachte van tekst 1 in maximaal 30 woorden.

Zweten is een beetje vies. Het is bovendien duur en nergens voor nodig. Een lidmaatschap van de sportschool kost al gauw 500 euro per jaar. Voor de gezondheid levert het weinig extra baten op. Elke dag met de fiets naar school, werk of de supermarkt is al voldoende, is door de wetenschap vastgesteld.
Lichamelijke beweging is buitengewoon gezond. Het maakt de spieren sterker, het is goed voor de hersenen. Het bestrijdt een depressie even goed als Prozac of Seroxat, het is goed voor het gewicht, je krijgt er zelfvertrouwen van, de potentie neemt toe. Kortom: alles wordt beter als je in beweging komt.
Maar over dat bewegen bestaat een ernstig misverstand: dat het zo hard werken is. Dat je elke dag 10 kilometer moet hardlopen, dat je twintig baantjes in het zwembad moet trekken, dat je je op de tennisbaan uit de naad moet werken.
Het is allemaal niet waar. Hard zweten is nergens voor nodig. Elke dag een kwartier tot een half uur beweging op een dusdanige manier dat je nog net een beetje gaat zweten, is al voldoende voor de gezondheid.

(1) Je mag wel stellen dat ik mijn dag niet heb vandaag. (2) Toen ik naar mijn vriendin toe wilde gaan stond mijn fiets met een platte band in de schuur. (3) Vervolgens kon ik mijn OV-kaart niet vinden.  (4) En daarna bleek mijn vriendin is laaiend op me. (5) Ik kwam namelijk weer eens te laat op onze afspraak. (6) Aan de andere kant, vanmiddag kreeg ik te horen dat ik aangenomen ben bij de studie medicijnen. 
Lees onderstaande alinea. Ieder zin heeft een eigen functie binnen de argumentatie. Geef per zin aan wat de functie is. Kies uit standpunt, argument, subargument, tegenargument.
Vul je antwoord op de volgende slide in.

Slide 5 - Tekstslide

Je mag wel stellen dat ik mijn dag niet heb vandaag. 
Toen ik naar mijn vriendin toe wilde gaan stond mijn fiets met een platte band in de schuur. 
Vervolgens kon ik mijn OV-kaart niet vinden. 
 En daarna bleek mijn vriendin is laaiend op me. 
Ik kwam namelijk weer eens te laat op onze afspraak.
Aan de andere kant, vanmiddag kreeg ik te horen dat ik aangenomen ben bij de studie medicijnen. 
Tegenargument
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Subargument
Standpunt

Slide 6 - Sleepvraag

argumentatie in tekst

Maak de uitgedeelde opdracht.

Klaar? Werk aan de voorbereidingsopdracht.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

debatonderwerpen
Groep 1: Nederland narcostaat
Groep 2: Vapen (en roken)
Groep 3: Woningmarkt in Nederland
Groep 4: Jeugdzorg in Nederland
Groep 5: Deepfaketechnologie
Groep 6: Telefoongebruik

Slide 11 - Tekstslide

en dan nu

werken aan de voorbereidingsopdracht

Slide 12 - Tekstslide