Week 0 - Checkles - argumentatie en toonzetting

Mooi Nederland(s)
Niet vergeten: kies en lees een boek voor de lijst
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mooi Nederland(s)
Niet vergeten: kies en lees een boek voor de lijst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen om te spreken
Deze periode:
- debat voor cijfer
- groepswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens werklessen en instructieuren zelfstandig werken aan de module.

Een keer in de week presentatietechnieken!

Deze week in de werkles:
voorbereidingsopdrachten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instagram
zakelijke, informele e-mail
Verkoopfolder

Slide 4 - Tekstslide

Terugkoppeling naar vorige periode.
Toonzetting in de e-mail
- Je kent elkaar kort en het gaat om de baas
- Je/jij/u?
- 'Hé, bedankt man, voor je berichtje.'?
- opbouw e-mail vereist?
- verzorgd schrijven?


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schrijver schrijft een tekst 
omdat hij iets wil bereiken
Hij heeft één hoofddoel
De lezer informeren, overtuigen, laten nadenken, vermaken, in actie laten komen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teksten hebben dus één hoofddoel, maar vaak meerdere subdoelen
- er zijn informerende alinea's
- er zijn beschouwende delen 
- er zijn betogende delen
- er zijn activerende delen
- soms amuserende delen

Ook in een betoog geef je informatie om argumenten te onderbouwen, je laat deskundigen aan het woord.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden kom in je op bij het woord 'Argumentatie'?

Slide 8 - Woordweb

Laat op basis van de brainstorm de theorie over stp, arg, sub, subsub, tegenarg voorbijkomen. Noem daarbij de verbanden (uitleggend, toelichtend, voorbeelden, redengevend, oorzakelijk, opsommend, concluderend) en de signaalwoorden die veel gebruikt worden.
Doelen van deze les


- Je kent de basisbegrippen standpunt, argument, subargument, tegenargument en je kunt ze herkennen in een tekst
- Je kunt zelf argumenten en subargumenten bedenken bij een standpunt
- Je weet waar je een boek kunt vinden voor lezenvoordelijst

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is een goede/slechte zaak
dat er een telefoonverbod wordt ingevoerd op scholen.
(arg + sub op basis van voorbeelden / oorzaak-gevolg)

Slide 10 - Woordweb

Laat lee
Test of je de theorie hebt begrepen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Formuleer de hoofdgedachte van tekst 1 in maximaal 30 woorden.

Zweten is een beetje vies. Het is bovendien duur en nergens voor nodig. Een lidmaatschap van de sportschool kost al gauw 500 euro per jaar. Voor de gezondheid levert het weinig extra baten op. Elke dag met de fiets naar school, werk of de supermarkt is al voldoende, is door de wetenschap vastgesteld.
Lichamelijke beweging is buitengewoon gezond. Het maakt de spieren sterker, het is goed voor de hersenen. Het bestrijdt een depressie even goed als Prozac of Seroxat, het is goed voor het gewicht, je krijgt er zelfvertrouwen van, de potentie neemt toe. Kortom: alles wordt beter als je in beweging komt.
Maar over dat bewegen bestaat een ernstig misverstand: dat het zo hard werken is. Dat je elke dag 10 kilometer moet hardlopen, dat je twintig baantjes in het zwembad moet trekken, dat je je op de tennisbaan uit de naad moet werken.
Het is allemaal niet waar. Hard zweten is nergens voor nodig. Elke dag een kwartier tot een half uur beweging op een dusdanige manier dat je nog net een beetje gaat zweten, is al voldoende voor de gezondheid.

( 1) Na een begeleidingsperiode van zes maanden is zijn Nederlands nog steeds niet op het juiste niveau. (2) Hij is niet in staat om een eindexamentekst VMBO juist te interpreteren. (3) Hij zal dus waarschijnlijk worden ontslagen. 
Lees onderstaande alinea. Ieder zin heeft een eigen functie binnen de argumentatie. Geef per zin aan wat de functie is. Kies uit standpunt, argument, subargument.
Vul je antwoord op de volgende slide in.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na een begeleidingsperiode van zes maanden is zijn Nederlands nog steeds niet op het juiste niveau.
Hij is niet in staat om een eindexamentekst VMBO juist te interpreteren.
Hij zal dus waarschijnlijk worden ontslagen. 
subargument
standpunt
argument

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Formuleer de hoofdgedachte van tekst 1 in maximaal 30 woorden.

Zweten is een beetje vies. Het is bovendien duur en nergens voor nodig. Een lidmaatschap van de sportschool kost al gauw 500 euro per jaar. Voor de gezondheid levert het weinig extra baten op. Elke dag met de fiets naar school, werk of de supermarkt is al voldoende, is door de wetenschap vastgesteld.
Lichamelijke beweging is buitengewoon gezond. Het maakt de spieren sterker, het is goed voor de hersenen. Het bestrijdt een depressie even goed als Prozac of Seroxat, het is goed voor het gewicht, je krijgt er zelfvertrouwen van, de potentie neemt toe. Kortom: alles wordt beter als je in beweging komt.
Maar over dat bewegen bestaat een ernstig misverstand: dat het zo hard werken is. Dat je elke dag 10 kilometer moet hardlopen, dat je twintig baantjes in het zwembad moet trekken, dat je je op de tennisbaan uit de naad moet werken.
Het is allemaal niet waar. Hard zweten is nergens voor nodig. Elke dag een kwartier tot een half uur beweging op een dusdanige manier dat je nog net een beetje gaat zweten, is al voldoende voor de gezondheid.

(1) Je mag wel stellen dat ik mijn dag niet heb vandaag. (2) Toen ik naar mijn vriendin toe wilde gaan stond mijn fiets met een platte band in de schuur. (3) Vervolgens kon ik mijn OV-kaart niet vinden.  (4) En daarna bleek mijn vriendin is laaiend op me. (5) Ik kwam namelijk weer eens te laat op onze afspraak. (6) Aan de andere kant, vanmiddag kreeg ik te horen dat ik aangenomen ben bij de studie medicijnen. 
Lees onderstaande alinea. Ieder zin heeft een eigen functie binnen de argumentatie. Geef per zin aan wat de functie is. Kies uit standpunt, argument, subargument, tegenargument.
Vul je antwoord op de volgende slide in.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je mag wel stellen dat ik mijn dag niet heb vandaag. 
Toen ik naar mijn vriendin toe wilde gaan stond mijn fiets met een platte band in de schuur. 
Vervolgens kon ik mijn OV-kaart niet vinden. 
 En daarna bleek mijn vriendin is laaiend op me. 
Ik kwam namelijk weer eens te laat op onze afspraak.
Aan de andere kant, vanmiddag kreeg ik te horen dat ik aangenomen ben bij de studie medicijnen. 
Tegenargument
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Subargument
Standpunt

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel, je baalt enorm van de nieuwe telefoonregels op onze school. 


Slide 16 - Tekstslide

Tekst behandelen!
Herhaling: zoek een boek 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les


- Je kent de basisbegrippen standpunt, argument, subargument en je kunt ze herkennen in een tekst
- Je kunt zelf argumenten en subargumenten bedenken bij een standpunt
- Je weet waar je een boek kunt vinden voor lezenvoordelijst

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies