Korte uitleg bijvoeglijke bijzin (h) en benoemen bijzinnen (v)

H: korte uitleg bijvoeglijke bijzin + betr. vnw. m.i.a.

V: korte uitleg benoemen bijzinnen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H: korte uitleg bijvoeglijke bijzin + betr. vnw. m.i.a.

V: korte uitleg benoemen bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Havo: je kunt een bijvoeglijke bijzin herkennen.

Vwo: Je kunt bijzinnen benoemen als zinsdeel van een hoofdzin.

Slide 2 - Tekstslide

H: bijvoeglijke bijzin

1 De populaire leraar komt op onze school werken.

2 De leraar van het jaar komt op onze school werken.

3 De leraar, die is uitgeroepen tot leraar van het jaar, komt op onze school werken.


- Welke zinsdelen zijn de dikgedrukte woorden in zin 1 en 2?

- Wat valt je op aan de dikgedrukte delen?





Slide 3 - Tekstslide

H: bijvoeglijke bijzin

Een bijvoeglijke bijzin (bvbzin):

geeft onmisbare of extra informatie over het woord dat ervoor staat (lijkt op de bijvoeglijke bepaling, maar dan in zinsvorm)

- begint meestal met een betrekkelijk voornaamwoord (woord dat terugwijst naar een woord dat ervoor staat, zoals die, dat, wat etc.)








Slide 4 - Tekstslide

H: Betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.

Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst terug naar een woord, groep woorden of zin dat ervoor staat (= antecedent).


Waar is de hond die hij geweldig vond?


Er kan ook sprake van zijn dat het antecedent er niet voor staat, maar dat het bij het voornaamwoord ingesloten is.

Slide 5 - Tekstslide

H: Betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.

Kun je wie of wat vervangen door degene die of dat wat?

Dan heb je te maken met een betr. vnw. m.i.a.


Wat je mij hebt verteld, zal ik geheimhouden.

Wie de wedstrijd wint, is nummer één!


HW 3 havo: maken opdracht 6 - 8 van Gram. H2


Slide 6 - Tekstslide

V: samengestelde zinnen ontleden

1 Hoewel dit apparaatje niet zo goed werkt, kun je er toch leuk mee spelen.

1 Gelukkig kun je er toch leuk mee spelen.

5 De film bleek uiteindelijk zoals ik van tevoren al had verwacht.

5 De film bleek uiteindelijk zo.


De bijzinnen hierboven zijn vervangen door woorden (opdr. 4)

- Welk zinsdeel is 'gelukkig' in zin 1?

- Welk zinsdeel is 'zo' in zin 5?




Slide 7 - Tekstslide

V: samengestelde zinnen ontleden

1 Hoewel dit apparaatje niet zo goed werkt, kun je er toch leuk mee spelen.

1 Gelukkig kun je er toch leuk mee spelen.

5 De film bleek uiteindelijk zoals ik van tevoren al had verwacht.

5 De film bleek uiteindelijk zo.


- De bijzinnen hierboven zijn vervangen door woorden (opdr. 4)

- Welk zinsdeel is 'gelukkig' in zin 1?   - bwb

- Welk zinsdeel is 'zo' in zin 5?               - bwb




Slide 8 - Tekstslide

V: samengestelde zinnen ontleden

Op het moment dat je een bijzin hebt vervangen en het passende zinsdeel kunt benoemen, weet je wat voor soort zin de bijzin is.


Wie bij de organisatie van het feest wil meehelpen, bieden wij gratis entree aan.

Hen bieden wij gratis entree aan.

- Hen = meewerkend voorwerp

- Wie bij ......... wil meehelpen = meewerkendvoorwerpszin




Slide 9 - Tekstslide

V: samengestelde zinnen ontleden

Op het moment dat je een bijzin hebt vervangen en het passende zinsdeel kunt benoemen, weet je wat voor soort zin de bijzin is.


Veel jongeren doen weinig in het weekend, omdat ze daarvoor tijd tekortkomen.

Veel jongeren doen daarom weinig in het weekend.

- Daarom = bijwoordelijke bepaling

- omdat ze ......... tijd tekortkomen = bwb-zin




Slide 10 - Tekstslide

V: soorten bijzinnen

1 Onderwerpszin: vaak te vervangen door een persoon of ding - soms staat de onderwerpszin achteraan en begint de zin met 'het'

2 Lijdendvoorwerpszin: begint vaak met dat, of, wat of wie.

3 Gezegdezin: alleen bij een naamwoordelijk gezegde - naamwoordelijk deel

4 Meewerkendvoorwerpszin: begint altijd met (aan/voor) wie

5 Voorzetselvoorwerpszin: begint vaak met er + voorzetsel

6 Bijwoordelijke bijzin



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Huiswerk

Havo: opdracht 6 - 8 (Gram. H2)

Vwo: opdracht 6 - 8 (Gram. H2)

Slide 14 - Tekstslide