V4B - 02-03-2022 (Periode 3 - Les 6)

WELCOME
Today is the 2nd of March

The Word of the Day is conundrum
noun | koh-NUN-drum

"a confusing and difficult problem or question, a riddle"
He is faced with the conundrum of trying to find a job without experience.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELCOME
Today is the 2nd of March

The Word of the Day is conundrum
noun | koh-NUN-drum

"a confusing and difficult problem or question, a riddle"
He is faced with the conundrum of trying to find a job without experience.

Slide 1 - Tekstslide

TODAY
After this lesson you will
  • ... have read text 4
  • ... have studied much & many
  • ... know more about (un)countable nouns
  • ... checked your test

Slide 2 - Tekstslide

TEXT 4
How to make a DIY baby

Slide 3 - Tekstslide

DIY = doe-het-zelf
syringe = (injectie)spuit
longed = verlangde
on her behalf = namens haar
surrogacy = plaatsvervangend
carried out = uitgevoerd

readily = gemakkelijk
obliges = voldoen (aan verzoek)
demands = eisen
umpteenth = zoveelste
spoil = verwennen
admits  = toegeven
wholly = compleet, geheel
understandable = begrijpelijk
remarkable = opmerkelijk
pact = pact

desperately = wanhopig
enduring = doorstaan, ondergaan
fertility = vruchtbaarheids
treatment = behandeling

Slide 4 - Tekstslide

despair = wanhop
selfless = onbaatzuchtig
impregnated = zwanger gemaakt
hand over = overhandigen
worried = maakte zich zorgen
allow = toestaan

embarked = beginnen aan
artificial = kunstmatige
insemination = inseminatie
separate = aparte
surrounded = omringd

decided = besloot
sterilised = gesteriliseerd

dumbstruck = sprakeloos
although = ookal
equally surprised = net zo verbaasd

surrogacy scheme = surrogaatplan
entailed = inhouden

Slide 5 - Tekstslide

necessary = noodzakelijk
container = bakje
chemists = apothekers

confirmed = bevestigde
longed-for = verlangde

unfounded = ongegrond
regarded = zag

midwife = verloskundige
cuddling = knuffelen
gone through = had doorstaan

managed = het lukte me
block out = blokkeren
maternal = moederlijke

regrets = spijt

repay = terugbetalen

Slide 6 - Tekstslide

ASSIGNMENT 2

Slide 7 - Tekstslide

1. Do you speak French? Well, just ...
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 8 - Quizvraag

2. When I am in France I speak French very ...
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 9 - Quizvraag

3. After all, ... Dutch people speak French very well.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 10 - Quizvraag

4. Well, ... of our teachers often speak that language.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 11 - Quizvraag

5. One of them speaks ... Spanish.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 12 - Quizvraag

6. He has lived in Spain for ... years.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 13 - Quizvraag

7. Is that the man who has so ... hair?
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 14 - Quizvraag

8. Yes, he has only ... hairs left.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 15 - Quizvraag

9. ... people know him.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 16 - Quizvraag

10. That's right, he talks very ...
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 17 - Quizvraag

(UN)COUNTABLES

Slide 18 - Tekstslide

(UN)COUNTABLES
Zelfstandige naamwoorden (nouns) kunnen verdeeld worden in 2 groepen: countables en uncountables

  • countables kun je tellen: books, cars, students
  • uncountables kun je niet tellen: water, milk, money

Slide 19 - Tekstslide

COUNTABLE NOUNS
I Meervoud: meestal: (e)s.
  • computer - computers
  • book - books
  • bus - buses

Slide 20 - Tekstslide

COUNTABLE NOUNS
II Onregelmatige meervouden: uit je hoofd leren (p.22)!
  • lady > ladies
  • half > halves
  • shelf > shelves
  • thief > thieves
  • foot > feet

Slide 21 - Tekstslide

COUNTABLE NOUNS
III Enkelvoud of meervoud: uit je hoofd leren (p.23)!
  • sheep = schaap OF schapen
  • deer = hert OF herten
  • series = serie OF series
  • Portuguese = Portugees OF Portugezen

Je ziet dit aan de rest van de zin: The sheep is/are grazing.

Slide 22 - Tekstslide

BESTUDEER P.22 en P.23
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

lady

Slide 24 - Open vraag

thief

Slide 25 - Open vraag

wife

Slide 26 - Open vraag

foot

Slide 27 - Open vraag

goose

Slide 28 - Open vraag

hero

Slide 29 - Open vraag

man

Slide 30 - Open vraag

child

Slide 31 - Open vraag

ASSIGNMENT 1 (p.32)

Slide 32 - Tekstslide

TEST CHECK

Slide 33 - Tekstslide