Beknopte bijzin, congruentie en inversie

Nabespreken huiswerk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nabespreken huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Na een half uur in de abri gewacht te hebben, kwam de bus er eindelijk aan.

Is de zin goed of fout geformuleerd?
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quizvraag

Studerend in mijn dikke biologieboek viel ik van pure vermoeidheid in slaap.
Goed of fout geformuleerd?
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Geef een correcte versie van de zin:
"Na een half uur in de abri gewacht te hebben, kwam de bus er eindelijk aan".

Slide 4 - Open vraag

Geef een incorrecte versie van de zin:
Eenmaal op onze vakantiebestemming aangekomen...

Slide 5 - Open vraag

Maak opdracht 3 (p. 99)

Slide 6 - Tekstslide

Startopdracht (p. 124)
Noteer onderwerp en naamwoordelijk gezegde:
Een naamwoordelijk gezegde is een gezegde dat bestaat uit een koppelwerkwoord en een naamwoord of naamwoordgroep.
pv: is
ow: Een naamwoordelijk gezegde
ng: is [een gezegde (dat bestaat uit een koppelwerkwoord en een naamwoord of naamwoordgroep(bijv.bijzin))]
Vraag: wie + pv + ow = nw-deel

Slide 7 - Tekstslide

Startopdracht
1 Zie je die mannen met die zonnebrillen op? Die mannen / zijn / geheime agenten.
ow = Die mannen
ng = zijn [geheime agenten]
2 Zie je die mannen met die zonnebrillen op? Dat / zijn / geheime agenten.
ow = Dat
ng = zijn [geheime agenten]
3 Zijn die mannen doortrapt en sluw? Ja, doortrapt en sluw / zijn / geheime agenten / nu eenmaal.
ow = geheime agenten
ng = zijn [doortrapt en sluw]
4 Zijn die mannen doortrapt en sluw? Ja, dát zijn geheime agenten nu eenmaal.
ow = geheime agenten
ng = zijn [dát]


Slide 8 - Tekstslide

congruentie = gelijk getal ow+pv

Slide 9 - Tekstslide

Enkelvoudige kern leidt: 

Slide 10 - Tekstslide

Verzamelnaam meer personen: schrijf enkelvoud

Slide 11 - Tekstslide

een van de + meervoud = mv

Slide 12 - Tekstslide

meervoudige titel/ rekeneenheid

Slide 13 - Tekstslide


A

Slide 14 - Quizvraag


A

Slide 15 - Quizvraag

Inversie:
Als het onderwerp achter de pv staat, noem je dit inversie. Dan staat de pv of een ander zinsdeel vooraan. 

Slide 16 - Tekstslide

"Je beste vriend mag je zo nu en dan toch wel op een foutje wijzen?"
Wat is het ow?

Slide 17 - Woordweb

Maak opdracht 1 t/m 3 p. 125

Slide 18 - Tekstslide