H3.1: 3 vormen van water

H 3.1: Water, waterdamp en ijs
Water bestaat uit 3 vormen:
  • Gas= waterdamp
  • Vloeibaar=water
  • Vast= ijs
Aantekeningen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 3.1: Water, waterdamp en ijs
Water bestaat uit 3 vormen:
  • Gas= waterdamp
  • Vloeibaar=water
  • Vast= ijs
Aantekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vast          vloeibaar         gas
ijs
water
waterdamp
water kan voorkomen in drie verschillende vormen
100

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Waterkringloop
Paragraaf 3 Waterkringloop

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdampen en condenseren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

• condenseren: een gas wordt een vloeistof;

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten neerslag
          Dauw                         Rijp                           Ijzel

Slide 6 - Tekstslide

DAUW - Hele kleine waterdruppeltjes, zitten vaak sochtends op grassprieten als het erg vochtig is buiten. 

Rijp - Bestaat uit kleine ijskristallen, die bomen en planten heel mooi wit kunnen maken.

Ijzel - Zeer koude regen bevriest als het de grond raakt of een bevroren boom. Hierdoor kan het vaak heel glad zijn als het regent en heel koud is. 
Rijp
Wanneer waterdamp 'rijpt' en ijskristallen vormt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IJzel krijg je als regendruppels op bevroren grond vallen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vaste vorm van water?
A
ijs
B
water
C
waterdamp

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de antwoorden is GEEN vorm van water?
A
IJs
B
Vloeibaar water
C
Waterstof
D
Waterdamp

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vormen komt water voor?
A
Vast en verdampend
B
Vast en Gasvormig
C
Vloeibaar en condenserend
D
Bevriezend en Smeltend

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over de
fase-overgang "rijpen"?
rijp
hint!
A
gaat van vast naar vloeibaar
B
gaat van gas naar vast
C
gaat van vloeibaar naar vast

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rijp ontstaat als
A
waterdamp condenseert tot waterdruppels
B
waterdamp direct overgaat in ijskristallen.
C
waterdamp condenseert, en daarna bevriest
D
als sneeuw begint te smelten.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rijp en ijzel bestaan uit water in de:
A
Vaste toestand
B
Vloeibare toestand
C
Gasvormige toestand

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ijzel?
A
Regendruppels die bevriezen op de grond
B
Bevroren sneeuwvlokken
C
Regendruppels die bevriezen in de lucht
D
Mist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IJzel krijg je als regendruppels op bevroren grond vallen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waterdamp
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waterdamp is onzichtbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de waterkringloop?
A
Condensatie
B
Verdamping
C
Sedimentatie
D
Neerslag

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat drijft de waterkringloop aan?
A
De zon
B
De wolken
C
Het water
D
De sneeuw in de bergen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is waar over de
fase-overgang "rijpen"?
rijp
A
het gaat van vast naar vloeibaar
B
het gaat van gas naar vast
C
het gaat van vloeibaar naar vast

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de uitkomst van dit rekensommetje?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom eten ijsberen geen pinguïns?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu over de vormen van water?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies