Inkoopprijs, materialen en grondstof (H.28VWO)

Hoofdstuk 28 (vwo) 
"Inkoopprijs verkopen, materialen en grondstoffen"

28.1 Fifo
28.2 Lifo
28.3 Vaste Verrekenprijs
28.4 Materialen en grondstoffen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 28 (vwo) 
"Inkoopprijs verkopen, materialen en grondstoffen"

28.1 Fifo
28.2 Lifo
28.3 Vaste Verrekenprijs
28.4 Materialen en grondstoffen

Slide 1 - Tekstslide

28.1en 28.2    Fifo en Lifo
Leerdoelen          :

Je kunt...
  • De inkoopprijs verkopen bij het fifo/lifo-systeem berekenen
  • De balanswaarde van de voorraad bij het fifo/lifo-systeem berekenen

Slide 2 - Tekstslide

FIFO (first in first out): bij verkoop boeken we de goederen af tegen de prijs van de langst aanwezige partij.

LIFO (Last in first out): administratief gaan we ervan uit dat de goederen die het laatst binnen gekomen zijn, er bij verkoop als eerste uitgaan.

In werkelijkheid zullen bij verkoop, de goederen die het langst in het magazijn liggen als eerste het bedrijf verlaten.

Slide 3 - Tekstslide

Ga nu maken uit opgavenboek 2:

  • opgave 28.3 (fifo)
  • opgave 28.5 (lifo)  
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

28.3 Vaste Verrekenprijs (VVP)
Leerdoelen            :
  • je kunt de brutowinst berekenen o.b.v. de VVP
  • je kunt de balanswaarde van de voorraad berekenen

Bezwaar fifo en lifo: veel te bewerkelijk

Een oplossing kan zijn het gebruik van de:
VVP= een schatting van de gemiddelde inkoopprijs

Slide 5 - Tekstslide

Op balansdatum moet de waardering van de voorraad plaatsvinden volgens de historische uitgaafprijs (de oorspronkelijke inkoopprijzen) en niet de VVP.
                                                     voorbeeld 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

28.4 Materialen en grondstoffen
Leerdoel        :
Je kunt:
  • Onderscheid maken tussen deze kosten bij een handels-onderneming en bij een dienstverlenende onderneming met een omvormingsproces;
  • De kosten van afval berekenen. 

Slide 9 - Tekstslide

Inkoopprijs verkopen: vooral bij handelsonderneming
Kosten grondstoffen, hulpstoffen en materialen:
alleen bij omvormingsprocessen.
  • Grondstoffen zie je terug in het eindproduct  
  • Hulpstoffen: bijvoorbeeld smeerolie voor de productie
  • Materialen: ook bij handelsbedrijf, bijvoorbeeld de verpakking

Slide 10 - Tekstslide

Afval 
Onvermijdbaar verlies van grondstoffen of materialen bij de productie
  • Brutoverbruik = de hoeveelheid grondstoffen waarmee we beginnen
  • Nettoverbruik = de hoeveelheid grondstoffen die in het eindproduct terecht komt

Slide 11 - Tekstslide

Afval met en zonder waarde
Afval mét waarde: 
de grondstof kan worden herbruikt of verkocht worden.

De opbrengst van het afval verlaagt de kosten van afval per product (zie voorbeeld 28.10 theorieboek 2)

Slide 12 - Tekstslide