Regeling oefentoets 3BB
zenuwstelsel en zenuwen
1 / 24
Onderdelen in deze les
zenuwstelsel en zenuwen
Slide 1 - Woordweb
cellichaam
uitloper
uitloper
1
Tekst2
3
4
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is de functie van de bindweefsellaag om een zenuw?
A
de uitlopers van elkaar isoleren
B
impulsen geleiden van en naar het cellichaam
C
zorgen voor een bescherming van de zenuw
Slide 3 - Quizvraag
Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel
Slide 4 - Quizvraag
Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
vieze sokken ruiken
vuurwerk kijken
zachte kussen voelen
Slide 5 - Sleepvraag
Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel
Slide 6 - Sleepvraag
Met welk deel van het centrale zenuwstelsel zijn de beenspieren verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg
Slide 7 - Quizvraag
Met welk deel van het centrale zenuwstelsel is de tong verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg
Slide 8 - Quizvraag
Waar verlaten impulsen het ruggenmerg?
A
aan de buikzijde
B
aan de rugzijde
Slide 9 - Quizvraag
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse
Slide 12 - Quizvraag
Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
kleine hersenen
B
grote hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg
Slide 13 - Quizvraag
Een reflex is ter bescherming.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Je hand onder een hete kraan wegtrekken heet ...
A
Een reflex
B
Nadenken
Slide 15 - Quizvraag
Bij een reflex
A
moet je goed nadenken
B
denk je pas na een reactie
C
reageer je nadat je hebt nagedacht
Slide 16 - Quizvraag
Welke 3 middelen kunnen je zenuwstelsel beïnvloeden?
Slide 17 - Open vraag
Koffie werkt hallucinerend?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Dit middel werkt hallucinerend en stimulerend
A
cocaine
B
Hasj
C
Heroine
D
xtc
Slide 19 - Quizvraag
noem een hormoonklier met afvoerbuis
Slide 20 - Open vraag
Welke Hormoonklier speelt een rol bij de secundaire geslachtskenmerken?
A
eilandjes van langerhans
B
Eierstokken
C
bijnieren
D
hypofyse
Slide 21 - Quizvraag
Welke Hormoonklier speelt een rol bij de bloedsuikerspiegel?
A
eilandjes van langerhans
B
Eierstokken
C
bijnieren
D
hypofyse
Slide 22 - Quizvraag
Welke Hormoonklier speelt een rol bij de aanmaak van Adrenaline?
A
eilandjes van langerhans
B
Eierstokken
C
bijnieren
D
hypofyse
Slide 23 - Quizvraag
Waar liggen de eilandjes van Langerhans?
