3.4

H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur 

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland 

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en cultuur
Nederland in de Gouden Eeuw: 
1. Soberheid (eenvoud) door het Calvinisme
2. Rijke burgers met veel geld (welvaart)
De kunst bloeide in de Nederlandse steden doordat rijke burgers veel schilderijen lieten maken en ook veel schilderijen kochten.




Schilderkunst, literatuur en bouwkunst = zegt iets over de cultuur

Vrouw met Bijbel (Gerrit Dou, 1635)
Leerling van Rembrandt van Rijn.
Dou schilderde een oude lezende vrouw. Zo precies geschilderd dat je kunt zien wat ze leest. Een tekst uit de bijbel waarin staat dat wie goed wil doen, zo veel mogelijk van zijn bezit aan de armen moet schenken. De dure kleding lijkt daarmee in tegenspraak.
Typerend voor de republiek. Het calvinisme was voor soberheid, maar het was ook het land van burgers met veel geld.

Slide 3 - Tekstslide

Vrouw met Bijbel (Gerrit Dou, 1635)
Leerling van Rembrandt van Rijn.
Dou schilderde een oude lezende vrouw. Zo precies geschilderd dat je kunt zien wat ze leest. Een tekst uit de bijbel waarin staat dat wie goed wil doen, zo veel mogelijk van zijn bezit aan de armen moet schenken. De dure kleding lijkt daarmee in tegenspraak.
Typerend voor de republiek. Het calvinisme was voor soberheid, maar het was ook het land van burgers met veel geld.
Leg uit waaraan je kunt zien dat de vrouw calvinistisch is.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en cultuur
De schilderkunst werd hierdoor het beroemdste/belangrijkste kenmerk van de stedelijke cultuur in Nederland. Ondanks het feit dat de Republiek geen koning had om opdrachten te geven en ook het Calvinisme gaf weinig opdrachten.

Literatuur en bouwkunst bloeide ook in de Gouden Eeuw. 

Schilderkunst, literatuur en bouwkunst = zegt iets over de cultuur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schilders uit de Gouden eeuw
Johannes Vermeer
Het melkmeisje.
Johannes Vermeer schilderde met lichtinvalven was gericht op details. 
( Gebroken glas in de ruit en de Delftsblauwe tegeltjes.
Frans Hals
Nar met een luit.
Frans Hals schilderde met snelle streken meestal vrolijke portretten.

Jan Steen
Sinterklaasavond.
Het meisje heeft een pop in haar handen en een emmer vol zoetigheid. Een van haar broers heeft minder geluk. Hij vond een roe in zijn schoen. Oma wenkt hem; heeft zij iets voor hem? Bij de schoorsteen zingen andere kinderen uit volle borst om de goedheiligman te danken.
Jan Steen schilderde huiselijke taferelen. Uitdrukking; 'een huishouden van Jan Steen'.

Rembrandt van Rijn
Rembrandt schilderde dit groepsportret van zeven chirurgijns en de medicus Nicolaes Tulp in 1632.
Rembrandt laat de mensen 'bewegen', speelt met licht, schadus en details.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 7 - Video

Start bij minuut 1:40 tot 6:39
Wat is er opvallend aan de stijl van Rembrandt bij schilderijen zoals die voor Professor Tulp?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe oefent Rembrandt het maken van gezicht en lichaam uitdrukkingen?
A
Door te oefenen op zichzelf door in de spiegel te kijken.
B
Door mensen voor zijn neus te laten bewegen.
C
Beiden zijn goed.
D
Beiden zijn fout.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

WAAR OF NIET WAAR
WAAR
NIET WAAR
Het calvinisme stond voor soberheid en vrijgevig zijn voor de medemens.
Het was voor katholieken verboden kerken te bouwen.
Naast de schilderkunst, bloeide ook de literatuur en de bouwkunst op.
De vele hoge edelen in de Republiek, gaven de kunstenaars opdrachten.
In de Republiek werd veel kunst gemaakt voor de kerk en de koning.
Johannes Vermeer schilderde de nachtwacht.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat was de staatsgodsdienst
van de Republiek?
A
Katholicisme
B
Calvinisme

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie waren de opdrachtgevers voor de kunst in Nederland?
A
De kerk
B
De koning
C
De adel
D
De burgerij

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid
Godsdienstvrijheid: je mag in het openbaar je geloof uitoefenen
  • Kerken, synagogen en moskeeën bouwen

Gewetensvrijheid: je mag niet vervolgd worden om wat je
gelooft. (Was in Nederland)
 
  • Vrijheid in je hoofd
  • Mag vervolgd worden om uitoefenen geloof
  • Geloof in privésfeer (zoldertjes...)
Mate van vrijheid verschilde per stad
- In Amsterdam: ook een mate van geloofsvrijheid voor Joden: Portugese synagoge
- Vaak gedoogbeleid t.a.v. katholieken (zoldertjes)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Katholieke diensten vaak in het geheim zoals in deze schuilkerk: 'Lieve Heer op Solder'

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op religieus vlak hadden de Nederlanden een unieke positie in Europa. Leg dit uit.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gewetensvrijheid?
A
Je mag je geloven wat je wil en dit laten zien
B
Recht om te geloven wat je wil
C
Dat je gewetenloos over straat mag lopen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Invloed Calvinisme
  •  Voor gereformeerden was de bijbel (Gods woord) zeer belangrijk
  • Oude bijbelteksten werden bestudeerd (uit het Grieks en Hebreeuws)
  • 1673: de Statenbijbel (nieuwe vertaling) was na 20 jaar af

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed Calvinisme
  • Goddeloos vermaak verbieden in steden zoals: toneel, dans, orgelmuziek, kermissen, gokken, katholieke feesten (Sinterklaas)
  • De regenten stonden echter allerlei volksvermaak vaker gewoon toe

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Migranten
  • in de 17e eeuw emigreerden veel mensen naar de Republiek.

  • Pushfactoren (redenen om weg te gaan): armoede, oorlogsgeweld, geloofsvervolging.
1) Calvinisme wordt verboden in Frankrijk.
2) Joden moet katholiek worden in Spanje/Portugal .

  • Pullfactoren (redenen om ergens te vestigen): gewetensvrijheid, veiligheid, welvaart, werkgelegenheid

  • De republiek wilde graag graag migranten (vooral gespecialiseerde arbeiders)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom verhuizen immigranten naar de Republiek?
PUSHFACTOR
PULLFACTOR

OORLOGSGEWELD

GELOOFS-
VERVOLGING

VEILIGHEID

ARMOEDE

WELVAART
EN WERK-
GELEGENHEID

GEWETENS-
VRIJHEID

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spinoza
  • God is geen persoon (op de achtergrond), maar 
  • God is in alles in de natuur

  • Maar: zelfs in de Republiek mochten zijn ideeën niet gepubliceerd worden.
  • Ongodisme


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:34
Wat zorgt volgens Spinoza voor geluk?
A
Goddeloosheid
B
Nadenken
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Luisteren

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:16
Leg uit waarom de mensen Spinoza als goddeloos zien?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk de opdrachten 3.3  na

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies