H3 Basis 3 Geloven of niet geloven? (deel 1)

Geloven of niet geloven?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Geloven of niet geloven?

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Instructie paragraaf 3 (deel 1)
  • Opdrachten maken
  • Verlengde instructie/Samen opdrachten maken
  • Lesdoelen:
-Ik kan uitleggen dat het christendom steeds belangrijker werd.
-Ik kan uitleggen wat er in kloosters gebeurde.

Slide 2 - Tekstslide

Een horige is een
A
Boer die geen eigen grond had
B
Een boer die vrij was

Slide 3 - Quizvraag

Wat moesten de horigen NIET doen voor de heer?
A
Een deel van hun oogst geven
B
Hout kappen
C
Vee verzorgen
D
het land beschermen

Slide 4 - Quizvraag


Een geloof voor iedereen
  • In het Romeinse Rijk waren veel mensen Christelijk geworden
  • Na de val van Rome waren mensen wanhopig
  • Monniken vertelden over de Bijbel
  • Dit gaf moed en hoop
  • Maar, niet overal waren mensen Christelijk (gebied Nederland, Duitsland). Zij hadden een natuurgodsdienst.
  • Zij geloofden in Germaanse Goden (Thor) en vereerden dingen uit de natuur.

Slide 5 - Tekstslide

Geen christen maar heiden
  • Veel mensen waren dus geen christen
  • Christenen noemden hen heidenen
  • Christenen vonden dat deze mensen christelijk moesten worden --> bekeren
  • Ze vernielden hierbij soms ook Germaanse heiligdommen
  • Veel Germanen bleven in natuurgoden geloven. 
  • Daarom liet de Kerk Germaanse feesten samenvallen met christelijke feestdagen
  • Kerstmis is bijv. een Germaans lichtfeest

Slide 6 - Tekstslide

In het klooster
  • Monniken leefden voor God
  • Het zijn mannen
  • Zij woonden in een klooster
  • Ze schreven boeken, gaven les, verbouwden hun eigen eten
  • Ook zorgden zij voor armen, zieken en reizigers
  • Bij een klooster stond ook een kerk

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent het begrip:
"monnik"
A
Een geestelijke vrouw die in een klooster woont en werkt.
B
Iemand die naar de kerk gaat
C
Een geestelijke die het hoofd van een klooster is.
D
Een geestelijke man die in een klooster woont en werkt.

Slide 8 - Quizvraag

Zij leefden volgens de regels uit de bijbel
A
Christenen
B
Heidenen

Slide 9 - Quizvraag

Heidenen zijn...
A
Mensen die in God geloven
B
Mensen die Jezus volgde
C
Mensen die geloven in natuurgoden
D
tegenstanders van de moslims

Slide 10 - Quizvraag

Christendom
Germaans geloof
Heidenen
Kerken
Monnik
Thor
Heilige bomen
Geloof met één god

Slide 11 - Sleepvraag

Koppel het juiste begrip aan de juiste groep mensen
Monnik
Heidenen

Slide 12 - Sleepvraag

Huiswerk
Maken: tot en met opdracht 20 (paragraaf 3)

Slide 13 - Tekstslide