H2.1 Periodiek Systeem - Atoommodel

H2.1 Periodiek systeem:
Bouw van het atoom
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2.1 Periodiek systeem:
Bouw van het atoom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
10 Min Stil lezen H2.1 en/of opdrachten maken



Maken: 2, 4, 5, 8, 9
13 of 15, 16, 17, 18, 19 of 20
Beg. lesboekje opdracht: 1 t/m 4
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
Zelf bestuderen:
  • micro- en macroniveau.
  • elektrische lading proton en elektron.
  • Elektronenschillen Bohr.
  • Periodiek Systeem: Metalen, niet-metalen, metaloïden, alkalimetalen, halogenen, edelgassen

Slide 4 - Tekstslide

Atomisme
 Leucippus (ca. 470 v.Chr. - ca. 360 v.Chr.): Griekse filosoof die wordt gezien als de grondlegger van het atomisme.
Atomisme
Atomisme: De filosofische leer die stelt dat alle stoffen zijn opgebouwd uit ontelbare minuscuul kleine ondeelbare blokjes. 

Slide 5 - Tekstslide

De bouw van een atoom
John Dalton
1808: "Een atoom is een massief bolletje".
Elke atoomsoort heeft zijn eigen afmeting.

1766-1844 - John Dalton
Kleuren atoommodellen

Slide 6 - Tekstslide

De bouw van een atoom
Joseph John Thomson


Ontdekte in 1897 dat er negatief geladen deeltjes zijn vrij te maken uit een atoom 
 => De rest van het atoom moet dan dus positief geladen zijn          .  
1856 - 1940

Slide 7 - Tekstslide

De bouw van een atoom
Ernest Rutherford
1911: 
"Een atoom bestaat uit een positief geladen kern en een negatief geladen elektronenwolk."
Atoomkern = protonen + neutronen Elektronenwolk = elektronen.
Elk atoom heeft een atoomnummer en atoommassa.
1871-1937 - Ernest Rutherford 
Experiment Rutherford

Slide 8 - Tekstslide

De bouw van een atoom\
Niels Bohr
1913: "De elektronen zitten in verschillende bolvormige banen rond de kern".




1885-1962 - Niels Bohr 

Slide 9 - Tekstslide

De bouw van het atoom
Alle stoffen zijn opgebouwd 
uit ontelbare minuscule 
kleine ondeelbare blokjes.

Kern: Positieve protonen
          Neutrale neutronen

Elektronenwolk: Negatieve elektronen in schillen

Slide 10 - Tekstslide

De bouw van een atoom
Het atoommodel van Bohr:
  • Kern met protonen en neutronen
  • Rond de kern zitten elektronen georganiseerd in schillen
  • Een atoom is elektrisch neutraal
P.S.
lading-massa
Rekenen met ...

Slide 11 - Tekstslide

Isotopen
Meeste elementen hebben meerdere isotopen
Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern, maar een verschillend aantal neutronen
Isotopen hebben dus hetzelfde atoomnummer, maar een andere massa.
BINAS 25A

Slide 12 - Tekstslide

Isotopen
Wordt ook we lgeschreven als 
Li-6 
Li-7 
Li-8

Slide 13 - Tekstslide

Isotopen

Slide 14 - Tekstslide

Atoomnummer, massagetal en isotopen

Slide 15 - Tekstslide

Het element fluor heeft atoomnummer 9 en massagetal 19. De bouw van het atoom is dus
A
19 p, 10 n, 19 e
B
9 p, 10 n, 9 e
C
10 p, 9 n, 10 e
D
9 p, 19 n, 9 e

Slide 16 - Quizvraag

Bij wie past
deze omschrij-
ving van het
atoommodel?
A
John Dalton
B
Ernest Rutherford
C
Niels Bohr

Slide 17 - Quizvraag

Een atoom heeft 2 protonen, 3 neutronen en 3 elektronen. Wat is de massa van het atoom?
A
-3 u
B
-1 u
C
5 u
D
7 u

Slide 18 - Quizvraag

Welke deeltjes binnen het atoom zorgen voor de massa?
A
De protonen
B
De neutronen
C
De elektronen
D
De protonen en neutronen samen

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft een atoom met een massa van 31 u en een atoomnummer van 15
A
15
B
16
C
31
D
46

Slide 20 - Quizvraag

Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen

Slide 21 - Quizvraag

Geef de massagetallen van de drie koolstof isotopen.
A
6-6-6
B
6-7-8
C
12-13-14
D
18-19-20

Slide 22 - Quizvraag

In de natuur komen twee isotopen van koolstof voor: C-12 en C-13. Hiernaast zie je de kernen van beide isotopen.
Hoe kan je deze twee vormen van koolstof van elkaar scheiden?
A
Met een chemische reactie want de isotopen reageren soms verschillend
B
Met een centrifuge want de isotopen verschillen in massa
C
Je kan ze niet scheiden.

Slide 23 - Quizvraag

Werkboekje: Bouw van een atoom
Je krijgt een boekje met daarin een aantal werkbladen. 
Werkblad 1: Teken van het zuurstofatoom in de schematische afbeelding de protonen, neutronen en elektronen
Werkblad 2: Zie 1 maar dan voor zwavel.
Werkblad 3: Zie 1 maar dan voor Neon.
Werkblad 4 + 5: Verder oefenen met de elementen uit het Periodiek systeem (geplasitificeerd).
Werkblad 6: Oefenen met zouten.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
  • Werkblad 2 + 3 invullen
  • Verder oefenen met óf werkblad 4 óf werkblad 5.
  • Als dit goed gaat maak je de opdracht op werkblad 6

Klaar?
Maken opdracht: 5, 6, 7, 12, 13, 15, 17, 18 en 21

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video