Argumenteren

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
In deze les leer je:
  • Hoe je argumenten kunt beoordelen.
  • Hoe je argumenten kan opstellen.

Slide 2 - Tekstslide

Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?


Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verbinden van alinea's:
Je kunt alinea's als volgt met elkaar verbinden:
1. met een signaalwoord
2. door een herhaling
3. door een overgangszin met een verwijswoord
4. door een aankondigende of terugblikkende zin

Slide 10 - Tekstslide

LET OP:
wissel deze manieren wel af!

Slide 11 - Tekstslide

Alinea's (vervolg)
• In je laatste alinea (de vierde) van het middenstuk behandel je een tegenargument met een weerlegging.
• Zorg ervoor dat deze sterk is!
• Jouw weerlegging moet blijven hangen bij de lezer.
• Maak duidelijk dat je een tegenargument gaat noemen, bv. door een aankondigende zin of signaalwoorden.

Slide 12 - Tekstslide

Voordat je begint met schrijven..
  • Maak een argumentenschema 
  • Maak een schrijfplan
Het is niet verplicht, maar maakt het schrijven makkelijker.

Slide 13 - Tekstslide

Richtlijnen betoog (vervolg):
  • Vul voor je begint het schrijfplan zo volledig mogelijk in, zie hiervoor de opdracht in Teams..

  • TIP: bij het uiteindelijk schrijven van je betoog begin dan eerst met

    de kern
    , daarna met
    de inleiding en vervolgens met
    het slot.
    Eindig je betoog met een pakkende titel.

Deze onderdelen vormen een goede basis voor je uiteindelijke betoog.

Slide 14 - Tekstslide