07. Nederlands 2BKa -- Woe 15-4

Welkom allemaal!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica 4.4
- Hoofdstuk 4
- Paragraaf 4
- Blz. 154 t/m 155

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les ken je splitsbare werkwoorden en kenje al woordsoorten die we tot nu toe geleerd hebben

Slide 3 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden of voorzetsel? 
Mevrouw Kamphorst  kijkt jullie opdrachten na
Hele werkwoord (infinitief) = nakijken 
na is dus geen voorzetsel, maar hoort bij het werkwoord! 

Hij loopt op de straat
Hele werkwoord (infintief)  = lopen 
op is dus een los voorzetsel en hoort niet bij het werkwoord 

Slide 4 - Tekstslide

Tips bij splitsbare werkwoorden
Vraag: is het een splitsbaar werkwoord? 
Hele werkwoord (infinitief): overwegen
Maak er een zin met ik-vorm van. Staat het werkwoord gesplitst of niet? 
Ik overweeg een hond te kopen  (en niet Ik weeg over een hond te kopen)
Geen splitsbaar werkwoord, dus! 
Hele werkwoord (infinitief): uitnodigen
Zin met ik-vorm:  Ik nodig de hele klas uit  (en niet: ik uitnodig de hele klas)
Wel een splitspaar werkwoord, dus! 

Slide 5 - Tekstslide

Vraag: is het woord onderdeel van een splitsbaar werkwoord of een los voorzetsel?  
Voorbeeld 1 
Zin: Achter mijn laptop pas ik mijn antwoorden aan.  
Bepaal wat het hele werkwoord (infinitief) is.  
Infinitief: aanpassen.  
Achter =  los voorzetsel 
Aan  = onderdeel van het splitsbare werkwoord aanpassen
Voorbeeld 2:

Voor ik op vakantie ga, berg ik al mijn spulletjes goed op
Hele werkwoorden: gaan, opbergen
(en niet opgaan, opbergen) 

De eerste op = los voorzetsel
De tweede op = onderdeel van het splitsbare werkwoord opbergen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Alle woordsoorten tot nu toe
Lidwoord (lw)
de - het - een
zelfstandig naamwoord (zn)
Utrecht - meisje - geld - kapper
bijvoeglijk naamwoord (bn)
prachtige - gele - mooie 
werkwoord (ww)
lopen - slapen - kijken
voorzetsel (vz)
op - na - achter - voor
telwoord (tw)
vijf - weinig - tiende - laatste

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga hiervoor naar:
- www.kempenhorst.nl
- klik dan op CL voor Cum Laude


Slide 9 - Tekstslide

Maken
- Hoofdstuk 4
- Paragraaf 4 Grammatica
- Opdracht 8 t/m 13

Slide 10 - Tekstslide