In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets ouderenzorg
Slide 1 - Tekstslide
Hoe kunnen zorgverleners het best omgaan met mensen in de fase van "Het verdwaalde ik"?
A
Door confrontatie en directe benadering
B
Door begripvol en geduldig te zijn
C
Door het negeren van verwarrend gedrag
D
Door snelheid en efficiëntie te benadrukken
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn veelvoorkomende symptomen van dementie?
A
Plotselinge veranderingen in bewustzijn en desoriëntatie
B
Geheugenverlies, moeite met denken en plannen, en veranderingen in gedrag
C
Hallucinaties, wanen en onrust
D
Ernstige somberheid
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een kenmerkend kenmerk van een delier?
A
Een geleidelijke achteruitgang van cognitieve functies
B
Snelle fluctuaties in bewustzijn en aandacht
C
Chronische gevoelens van neerslachtigheid en hopeloosheid
D
Misselijk
Slide 4 - Quizvraag
Welke vorm van dementie wordt gekenmerkt door progressieve achteruitgang van gedrag en persoonlijkheid, taalproblemen en verlies van zelfbeheersing, vaak op jongere leeftijd dan de andere vormen van dementie?
A
Alzheimer dementie
B
Vasculaire dementie
C
Lewy body dementie
D
Frontotemporale dementie
Slide 5 - Quizvraag
Hoe onderscheidt een depressie zich van dementie en delier wat betreft symptomen?
Slide 6 - Open vraag
Welke vorm van diabetes wordt vaak geassocieerd met overgewicht, ongezonde voedingsgewoonten en gebrek aan lichaamsbeweging?
A
Type 1 diabetes
B
Type 2 diabetes
C
Zwangerschapsdiabetes
D
Diabetes insipidus
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een aanbevolen actie als je bloedglucose onder 3,9 mmol/L zakt?
A
Drink water
B
Eet een eiwitrijke snack
C
Neem direct snelle koolhydraten, zoals vruchtensap, frisdrank, glucosegel of glucose tabletten
D
Insuline prikken
Slide 8 - Quizvraag
Welke complicatie van diabetes kan leiden tot wondjes en infecties aan de voeten, en zelfs tot amputatie?
A
Diabetische voet
B
Retinopathie
C
Hartinfarct
D
Nefropathie
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een aanbevolen praktijk om lipohypertrofie te voorkomen bij het injecteren van insuline?
A
vergeet niet de injectieplaats na elke injectie te veranderen
B
Injecteer alleen in de schone injectieplaats
C
verdeel de injectiezone in kwadranten en wissel de kwadranten wekelijks