In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.1 bloed
Slide 1 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen basisstof 1; bloed
Wat weet je allemaal al van bloed?
Uitleg
Aan de slag
Afronden
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen:
Ik kan uitleggen uit welke bestandsdelen het bloed bestaat.
Ik kan uitleggen wat de taak van de verschillende bestandsdelen zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen basisstof 1; bloed
Basisstof 1
Aan de slag
Afronden
Slide 4 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen basisstof 1; bloed
Wat weet je allemaal al van bloed?
Keuze:
Of luister naar de uitleg
OF ga aan de slag.
(lees blz. 86 t/m 91 en maak opdracht 1 t/m 8)
Aan de slag
Afronden
Slide 5 - Tekstslide
bloed
Bloed is onmisbaar!
Ons lichaam bestaat uit 5 a 6 liter bloed.
functie: zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen vervoeren door het lichaam
Slide 6 - Tekstslide
Bloed
55% bloedplasma
45% vaste bestanddelen
(bloedcellen en
bloedplaatjes)
Slide 7 - Tekstslide
Bloedcellen en
bloedplaatjes
94,2% Rode bloedcellen
0,1% Witte bloedcellen
5,7% Bloedplaatjes
Slide 8 - Tekstslide
Bloedplasma
91% water
7% (plasma) eiwitten
2% opgeloste stoffen in water
(zuurstof, zouten, voedingsstoffen,
koolstofdioxide, afvalstoffen)
Slide 9 - Tekstslide
Rode bloedcellen
Bevatten hemoglobine voor het vervoer van zuurstof en koolstofdioxide (CO2).
Hebben geen celkern
5.000.000 per ml (mm3)
Slide 10 - Tekstslide
Witte bloedcellen
Hebben een celkern
Hebben geen vaste vorm (kunnen tussen cellen door kruipen)
Maken ziekteverwekkers onschadelijk
7.000 per ml (mm3)
Slide 11 - Tekstslide
Witte bloedcellen
Verschillende typen witte bloedcellen met ieder een eigen taak in de afweer (BS5).
Bij een ontsteking zorgen witte bloedcellen ervoor dat een bacterie wordt opgeruimd door deze in te sluiten.
Pus/ etter is dode witte bloedcellen met dode bacteriën en vocht.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Bloedplaatjes
Zijn geen cellen maar delen van kapotte cellen (dus ook geen celkern)
Zijn betrokken bij de bloedstolling
300.000 per ml (mm3)
Slide 14 - Tekstslide
Plasma-eiwitten
Bijv. fibrinogeen.
Dit eiwit is nodig voor de bloedstolling.
Slide 15 - Tekstslide
Bloedstolling
Fibrinogeen wordt omgezet in fibrinedraden waar bloedplaatjes aan blijven plakken. In het netwerk blijven vervolgens ook rode bloedcellen hangen: stolling/ korstvorming
Slide 16 - Tekstslide
Korstvorming
Een korstje is een mooie afsluiting van een wond. Onder de korst wordt de huid hersteld.
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag!
Pak je boeken er bij.
Lees b1 door blz. 86 t/m 91.
maak: opdracht 1 t/m 8
Slide 18 - Tekstslide
Planning:
Leerdoelen basisstof 1; bloed
Wat weet je allemaal al van bloed?
Keuze:
Of luister naar de uitleg
OF ga aan de slag.
(lees blz. 86 t/m 91 en maak opdracht 1 t/m 8)
Aan de slag
Afronden
Slide 19 - Tekstslide
Wat doen de bloedplaatjes
A
Helpen bij de bloedstolling
B
Zorgen ervoor dat je bloed zuurstof kan vervoeren
C
Vervoeren bepaalde vetten
D
Bloedplaatjes zijn onnodig
Slide 20 - Quizvraag
De rode bloedcel is verantwoordelijk voor transport. Wat transporteert de rode bloedcel?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Stikstof
D
Zuurstof
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
Vervoert zuurstof
B
Functie bij de afweer
C
Helpt bij bloedstolling
Slide 22 - Quizvraag
Welke twee bestanddelen van bloed heb je nodig om bloed te laten stollen?
A
Witte bloedcellen en hemoglobine
B
Rode bloedcellen en fibrinogeen
C
Bloedplaatjes en fibrinogeen
D
Bloedplasma en hemoglobine
Slide 23 - Quizvraag
Ik kan de onderdelen van het bloed benoemen en hun taak er bij benoemen