Week 15: Lastige werkwoorden

Welkom!
  1. Leg je leesboek op tafel
  2. Leg je werkspullen op tafel
  3. Log in op LessonUp
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Leg je leesboek op tafel
  2. Leg je werkspullen op tafel
  3. Log in op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg over lastige werkwoorden (5 minuten)
Zelfstandig oefenen (10 minuten)
Gezamenlijk bespreken (10 minuten)
Afsluiten (5 minuten)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je lastige werkwoorden goed spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?
A
Een woord dat aangeeft wat er wordt gedaan in een zin.
B
Een mens, dier, ding of plant.
C
Een woord waar de tekst over gaat.
D
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Een woord met ge, be, ver ervoor.
B
Een werkwoord waarbij de actie gedaan is.
C
De persoonsvorm in verleden tijd.

Slide 6 - Quizvraag

Welke stappen zet je om de persoonsvorm in tegenwoordige tijd goed te spellen?
timer
0:10
1
2
3
Vraagproef of tijdproef toepassen om achter de pv te komen.
Ik-vorm maken van de pv.
Ik-vorm + t.

Slide 7 - Sleepvraag

Lastige werkwoorden
  • Bij sommige werkwoorden klinken de persoonsvorm (tt) en het voltooid deelwoord hetzelfde, maar schrijf je ze anders.
  • Het gaat om werkwoorden die bijv. beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over-.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden:
  • verdienen
  • overleggen
  • beantwoorden
  • gebeuren 

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik dit schema
Boek: blz. 231
Digitaal:  Schema werkwoordspelling

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen
Maak opdracht 1 t/m 4 van H5 Lastige werkwoorden
Boek: blz. 144
Digitaal: Hoofdstuk 5 Toekomst > Lastige werkwoorden > start
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiten
  • Is het schuingedrukt woord de pv?
  • "Sarah heeft de vraag beantwoord."
  • Is het schuingedrukt woord het voltooide deelwoord?
  • "Tom heeft veel geld verdiend."
  • Is het schuingedrukte woord de pv?
  • "Irsa overlegt met haar vrienden."

Slide 12 - Tekstslide