6.2 Voedsel voor veel mensen

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Uitleg 6.2
  2. Opdrachten maken
  3. Uitleg 
  4. Opdrachten

Leerdoelen:
Je kan uitleggen op welke manieren boeren meer voedsel kunnen produceren.
Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn van een mestoverschot.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Uitleg 6.2
  2. Opdrachten maken
  3. Uitleg 
  4. Opdrachten

Leerdoelen:
Je kan uitleggen op welke manieren boeren meer voedsel kunnen produceren.
Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn van een mestoverschot.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er op een boerderij?

Slide 2 - Woordweb

Hoe denk jij dat een zoveel mogelijk producten krijgt?

Slide 3 - Open vraag

Voedsel produceren
1. Veel van hetzelfde maken
Monocultuur
Intensieve veehouderij/bioindustrie

Slide 4 - Tekstslide

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van monocultuur

Slide 5 - Open vraag

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van intensieve veehouderij

Slide 6 - Open vraag

Voedsel produceren
1. Veel van hetzelfde maken
Monocultuur
Intensieve veehouderij/bioindustrie
2. Opbrengst verhogen
Mest met mineralen (Dierlijke mest/kunstmest)
Krachtvoer

Slide 7 - Tekstslide

Voedsel produceren
1. Veel van hetzelfde maken
Monocultuur
Intensieve veehouderij/bioindustrie
2. Opbrengst verhogen
Mest met mineralen (Dierlijke mest/kunstmest)
Krachtvoer
3. Schade en ziekte voorkomen
Gewasbeschermingsmiddelen tegen een plaag
Antibiotica

Slide 8 - Tekstslide

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van gewasbeschermingsmiddelen

Slide 9 - Open vraag

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van antibiotica

Slide 10 - Open vraag

Voedsel produceren
4. Supergewassen en supervee
Door rassen te kruisen komen er steeds beter planten (veredeling) en dieren (fokken) met betere eigenschap.

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk 2 eigenschappen van een superbloemkool

Slide 12 - Open vraag

Bedenk 2 eigenschappen van een superkoe

Slide 13 - Open vraag

Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 8 van 6.2
Blz. 149
Klaar? Werk alvast verder
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

bemesten
krachtvoer
gewasbeschermingsmiddelen
plaag
antibiotica

Slide 15 - Sleepvraag

Teveel mest?
Meer mest dan er gebruikt wordt -->  mestoverschot

Vaak is er bij het mest op het land brengen overbemesting. Dan komen er meer mineralen in de grond dan nodig is. Gevolgen:
- Sommige planten gaan te snel groeien en verdrukken andere planten. Hierdoor kunnen dieren verdwijnen.
- Er ontstaat waterbloei in de sloten. Hierdoor komt er een zuurstofgebrek waardoor waterplanten en -dieren dood gaan.

Slide 16 - Tekstslide

Teveel mest?
Meer mest dan er gebruikt wordt -->  mestoverschot

Vaak is er bij het mest op het land brengen overbemesting. Dan komen er meer mineralen in de grond dan nodig is. Gevolgen:
- Sommige planten gaan te snel groeien en verdrukken andere planten. Hierdoor kunnen dieren verdwijnen.
- Er ontstaat waterbloei in de sloten. Hierdoor komt er een zuurstofgebrek waardoor waterplanten en -dieren dood gaan.

Slide 17 - Tekstslide

Zet de stappen van waterbloei in de juiste volgorde
1
2
3
4
Overbemesting
Toename mineralen in water
Algenbloei
Zuurstof op

Slide 18 - Sleepvraag

Regels voor boeren
1. Regels voor mest
Niet méér mineralen op het land dan de gewassen op kunnen nemen.
De mest moet ingespoten worden (mestinjectie)
Tussen 1 september en 1 februari geen mest verspreiden.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom mag er in de winter geen mest uitgereden worden denk je?

Slide 20 - Open vraag

Regels voor boeren
1. Regels voor mest
2. Regels voor gewasbeschermingsmiddelen
Er mogen alleen selectieve middelen gebruikt worden. Die laten andere organismen leven.
Er mogen alleen biologische afbreekbare middelen gebruikt worden.

Slide 21 - Tekstslide

Een gewasbeschermingsmiddel tegen sprinkhanen dood ook lieveheersbeestjes. Is het middel selectief?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Regels voor boeren
1. Regels voor mest
2. Regels voor gewasbeschermingsmiddelen
3. Regels voor het welzijn van dieren
Er moet gezorgd worden voor het dierenwelzijn. Bijvoorbeeld door genoeg ruimte in de stallen.

Slide 23 - Tekstslide

Bedenk twee regels die zorgen dat er er een goede dierenwelzijn is.

Slide 24 - Open vraag

Aan het werk
Maak opdracht 9 t/m 17 van 6.2
Blz. 153
Klaar? Je hebt je huiswerk af!

Slide 25 - Tekstslide