6.2 Voedsel voor veel mensen 23-5-2022

Wat gaan we doen in deze les?
  • Naar buiten: windbloemen en insectbloemen zoeken
  • Bloemen tekenen
  • Terugkijken vorige les
  • Uitleg 6.2 
  • Opdrachten maken 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen in deze les?
  • Naar buiten: windbloemen en insectbloemen zoeken
  • Bloemen tekenen
  • Terugkijken vorige les
  • Uitleg 6.2 
  • Opdrachten maken 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Uitleg 6.2
  2. Opdrachten maken
  3. Uitleg 
  4. Opdrachten

Leerdoelen:
Je kan uitleggen op welke manieren boeren meer voedsel kunnen produceren.
Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn van een mestoverschot.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebeurt er op een boerderij?

Slide 3 - Woordweb

Hoe denk jij dat een zoveel mogelijk producten krijgt?

Slide 4 - Open vraag

Voedsel produceren
1. Veel van hetzelfde maken
Monocultuur
Intensieve veehouderij/bioindustrie

Slide 5 - Tekstslide

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van monocultuur

Slide 6 - Open vraag

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van intensieve veehouderij

Slide 7 - Open vraag

Voedsel produceren
1. Veel van hetzelfde maken
Monocultuur
Intensieve veehouderij/bioindustrie
2. Opbrengst verhogen
Mest met mineralen (Dierlijke mest/kunstmest)
Krachtvoer

Slide 8 - Tekstslide

Voedsel produceren
1. Veel van hetzelfde maken
Monocultuur
Intensieve veehouderij/bioindustrie
2. Opbrengst verhogen
Mest met mineralen (Dierlijke mest/kunstmest)
Krachtvoer
3. Schade en ziekte voorkomen
Gewasbeschermingsmiddelen tegen een plaag
Antibiotica

Slide 9 - Tekstslide

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van gewasbeschermingsmiddelen

Slide 10 - Open vraag

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van antibiotica

Slide 11 - Open vraag

Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 8 van 6.2
Blz. 149
Klaar? Werk alvast verder
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

bemesten
krachtvoer
gewasbeschermingsmiddelen
plaag
antibiotica

Slide 13 - Sleepvraag

Teveel mest?
Meer mest dan er gebruikt wordt -->  mestoverschot

Vaak is er bij het mest op het land brengen overbemesting. Dan komen er meer mineralen in de grond dan nodig is. Gevolgen:
- Sommige planten gaan te snel groeien en verdrukken andere planten. Hierdoor kunnen dieren verdwijnen.
- Er ontstaat waterbloei in de sloten. Hierdoor komt er een zuurstofgebrek waardoor waterplanten en -dieren dood gaan.

Slide 14 - Tekstslide

Teveel mest?
Meer mest dan er gebruikt wordt -->  mestoverschot

Vaak is er bij het mest op het land brengen overbemesting. Dan komen er meer mineralen in de grond dan nodig is. Gevolgen:
- Sommige planten gaan te snel groeien en verdrukken andere planten. Hierdoor kunnen dieren verdwijnen.
- Er ontstaat waterbloei in de sloten. Hierdoor komt er een zuurstofgebrek waardoor waterplanten en -dieren dood gaan.

Slide 15 - Tekstslide

Zet de stappen van waterbloei in de juiste volgorde
1
2
3
4
Overbemesting
Toename mineralen in water
Algenbloei
Zuurstof op

Slide 16 - Sleepvraag

Regels voor boeren
1. Regels voor mest
Niet méér mineralen op het land dan de gewassen op kunnen nemen.
De mest moet ingespoten worden (mestinjectie)
Tussen 1 september en 1 februari geen mest verspreiden.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom mag er in de winter geen mest uitgereden worden denk je?

Slide 18 - Open vraag

Regels voor boeren
1. Regels voor mest
2. Regels voor gewasbeschermingsmiddelen
Er mogen alleen selectieve middelen gebruikt worden. Die laten andere organismen leven.
Er mogen alleen biologische afbreekbare middelen gebruikt worden.

Slide 19 - Tekstslide

Een gewasbeschermingsmiddel tegen sprinkhanen dood ook lieveheersbeestjes. Is het middel selectief?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Regels voor boeren
1. Regels voor mest
2. Regels voor gewasbeschermingsmiddelen
3. Regels voor het welzijn van dieren
Er moet gezorgd worden voor het dierenwelzijn. Bijvoorbeeld door genoeg ruimte in de stallen.

Slide 21 - Tekstslide

Bedenk twee regels die zorgen dat er er een goede dierenwelzijn is.

Slide 22 - Open vraag

Aan het werk
Maak opdracht 9 t/m 17 van 6.2
Blz. 153
Klaar? Je hebt je huiswerk af!

Slide 23 - Tekstslide

Bloemen tekenen
Maak van je windbloem en insectbloem een tekening.
Benoem de volgende onderdelen:
  • Kroonbladeren
  • Kelkbladeren
  • Stamper (stijl en stempel)
  • Meeldraad (helmknop en helmdraad)
  • Vruchtbeginsel

Slide 24 - Tekstslide

Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Hoornlaag
Kiemlaag (nieuwe cellen)
Kiemlaag (delende cellen)
Haartje in haarzakje

Slide 25 - Sleepvraag

De Muscari botryoides heeft blauwe bloemen met groene kelkblaadjes. De plant ruikt in de zomer erg sterk. Is dit een insectenbloem of windbloem?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 26 - Quizvraag

Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Hoornlaag
Kiemlaag (nieuwe cellen)
Kiemlaag (delende cellen)
Haartje in haarzakje

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is schadelijk: Tijdelijke huidflora of blijvende huidflora?
A
Tijdelijke huidflora
B
Blijvende huidflora

Slide 28 - Quizvraag

Waar of niet waar?
We hebben 1,5 kg aan micro-organismen op ons lichaam?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Waar of niet waar?
We hebben 10 x zoveel bacteriën als lichaamscellen op ons lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Waar of niet waar?
99% van alle bacteriën in ons lichaam zitten op onze huid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Op onze huid zitten 1500 miljard bacteriën.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Op onze voeten zitten 150 verschillende schimmels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Hoe vaak per dag was jij je handen/gebruik je handgel?
025

Slide 34 - Poll

Je huid
Je huid zit vol micro-organismen.

De bacteriën op onze huid noemen we
huidflora.

Slide 35 - Tekstslide

Je huid

Slide 36 - Tekstslide

Je huid
Twee soorten huidflora:

1. Blijvende bacteriën/huidflora
2. Tijdelijke bacteriën/huidflora

Slide 37 - Tekstslide

Je huid

Slide 38 - Tekstslide

Schadelijke micro-organismen
  • Puistjes komen door bacteriën.
  • Schimmels op de voet kunnen voetschimmel veroorzaken.
  • Wratten komen door virussen.

Slide 39 - Tekstslide

Is elk micro-organisme slecht voor je?
A
Ja, Altijd!
B
Nee
C
Sommigen wel sommigen zijn goed!

Slide 40 - Quizvraag

Welke organismen zijn micro-organismen?
A
bacteriën
B
bacteriën en schimmels
C
schimmels
D
bacteriën, schimmels en virussen

Slide 41 - Quizvraag

Waarom zijn tijdelijke bacteriën vervelend?

Slide 42 - Open vraag

Wat bedoelt met blijvende huidflora?
A
bacteriën die normaal op je huid zitten
B
bacteriën die leven van afvalstoffen en huidschilfers uit zweet
C
kleine plantjes op je huid
D
Bacteriën die normaal niet op je huid zitten

Slide 43 - Quizvraag

Zelf aan de slag (5.2) 
Maak de opdrachten die bij het huiswerk staan. Vind je de stof lastig of wil je graag beter voorbereiden op het tentamen/de toets? Doe dan de extra oefeningen.
Huiswerk
Extra oefenen
Opdracht 1 t/m 8
Werkboek B!
Opdracht 9 t/m 16
- Zelf samenvatten (schrift)
- Samenvatting werkboek 
- Test Jezelf 

Slide 44 - Tekstslide