Ander soort verwijswoorden
Met de verwijswoorden mijn, jouw/je en uw geef je aan
van wie iets is.
Bijvoorbeeld: Mijn zus zag jouw broer lopen. / Fedde leent je fiets. / U vergeet uw tas!
Er zijn echter ook nog andere verwijswoorden, die erg op deze woorden lijken. Dit zijn de verwijswoorden me, mij, je, jou en u.
Deze woorden gebruik je bijvoorbeeld in de zinnen:
Sara heeft me geholpen. / Karim belt je morgen. / Wie brengt jou thuis? / Waar woont u?