Les 37. Formuleren p.2 Verwijzen naar personen en dingen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

O2M1 Welkom!

Ga direct op je plaats zitten in stilte

Op je eigen plek! :)

Laptops DICHT op je tafel.

Toets

S.O. over twee weken op vrijdag.

Formuleren (p.2 en p.3) 

Grammatica (p.5 en p.6 en p.7)

Woordenschat (kopen).

Lees dit eens

Meike is blij. Meike heeft mooie sneakers gekocht.

Ik verf de deur. De deur was groen. De deur is nu blauw.

Beter?

Meike is blij. Meike heeft mooie sneakers gekocht.

beter: Meike is blij. Zij heeft mooie sneakers gekocht.

ook goed: Meike is blij, want zij heeft nieuwe sneakers gekocht.

Ik verf de deur. De deur was groen. De deur is nu blauw.

beter: Ik verf de deur. Hij was groen. Nu is hij blauw.

Beter?

Je kent de verwijswoorden deze, die, dit en dat al.

Andere verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: het, hij, hem, zij, ze en haar.

Sterre verft het huis. Sterre verft het huis wit. Ik zie Sterre op de ladder staan.

Hoe kan dit beter?

Beter!

Je kent de verwijswoorden deze, die, dit en dat al.

Andere verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: het, hij, hem, zij, ze en haar.

Sterre verft het huis. Sterre verft het huis wit. Ik zie Sterre op de ladder staan.

Beter: Sterre verft het huis. Zij verft het wit. Ik zie haar op de ladder staan.

Video

Kijk mee.

Ezelsbruggetje

    dichtbij            |           ver weg

de-woorden                       deze | die

het-woorden                             dit | dat

Aan het werk!

Cursus 6 - Formuleren - Paragraaf 2 - Verwijzen naar p&d

opdrachten 1  3  5  7  8

Niet af? Huiswerk voor dinsdag

Wat hebben we geleerd?

Tot morgen