klas 2 H21.2

klas 2 - 17 februari
Goedemiddag! Log vast in op lessonup. We gaan vandaag het volgende doen:
  • Even herhalen: voornaamwoorden - wederkerend- wederkerig - vragend - onbepaald
  • huiswerk nakijken (opdr. 1 en 2 blz. 87)
  • instructie 'telwoorden' 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

klas 2 - 17 februari
Goedemiddag! Log vast in op lessonup. We gaan vandaag het volgende doen:
  • Even herhalen: voornaamwoorden - wederkerend- wederkerig - vragend - onbepaald
  • huiswerk nakijken (opdr. 1 en 2 blz. 87)
  • instructie 'telwoorden' 

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf een korte zin met een wederkerend voornaamwoord

Slide 2 - Woordweb

Schrijf een korte zin met een wederkerig voornaamwoord

Slide 3 - Woordweb

Noem de vragende voornaamwoorden.

Slide 4 - Woordweb

Schrijf een korte zin met een onbepaald voornaamwoord

Slide 5 - Woordweb

1a

Slide 6 - Open vraag

1b

Slide 7 - Open vraag

antwoorden 1c t/m f
c zich – wederkerend

d mekaar – wederkerig

e elkander – wederkerig

f onszelf – wederkerend

Slide 8 - Tekstslide

2a

Slide 9 - Open vraag

2b

Slide 10 - Open vraag

2c

Slide 11 - Open vraag

2d

Slide 12 - Open vraag

antwoorden 2e t/m f
e het – onbepaald voornaamwoord
verschillende – onbepaald voornaamwoord

f iets – onbepaald voornaamwoord
wat – onbepaald voornaamwoord
niemand – onbepaald voornaamwoord

Slide 13 - Tekstslide

klas 2 - 1 februari
lezen
Raadgedicht
nakijken - werkblad 20
even herhalen 'telwoorden en voornaamwoorden'
aan de slag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

H21 Telwoorden
Telwoorden geven het aantal of de rang van iets aan.
Hoofdtelwoorden              bepaald: geven een precies aantal aan
                                                    bijv. Twee ijsjes, zes bloemen
                                                    onbepaald: geven geen precies aantal
                                                     aan.
                                                     bijv. verschillende kledingstukken,                                                               vele valpartijen 

Slide 16 - Tekstslide

telwoorden
rangtelwoorden        
bepaald: geeft de exacte plaats in een  reeks aan: de eerste prijs, de zesde keer
onbepaald: geeft geen exacte plaats in een reeks aan: de laatste keer, de middelste foto

Slide 17 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 18 - Tekstslide

Vanwege de kou zijn er in maart 2020 minder vlinders waargenomen dan in dezelfde maand een jaar eerder.
- 2020 is een.....?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Vanwege de kou zijn er in maart 2020 minder vlinders waargenomen dan in dezelfde maand een jaar eerder.
- minder is een.....?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 20 - Quizvraag

Zes soorten zijn helemaal nog niet gezien dit jaar en van andere soorten zijn de aantallen tachtig procent lager dan in het jaar ervoor.

- Hoeveel telwoorden heeft deze zin?
A
1 telwoord
B
2 telwoorden
C
3 telwoorden
D
4 telwoorden

Slide 21 - Quizvraag

Deze vlinders waren tijdens sommige warmere dagen in maart actief.
- sommige is een.....?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 22 - Quizvraag

De vliegtijd van verscheidene soorten is alleen enkele weken verschoven.
- verscheidene is een.....?
- enkele is een....?
A
allebei bepaalde hoofdtelwoorden
B
allebei onbepaalde hoofdtelwoorden
C
allebei bepaalde rangtelwoorden
D
allebei onbepaalde rangtelwoorden

Slide 23 - Quizvraag

Het oranjetipje bijvoorbeeld vloog de laatste jaren vanaf half maart en had zijn piek rond de derde week van april.
- laatste is een.....?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 24 - Quizvraag

Het oranjetipje bijvoorbeeld vloog de laatste jaren vanaf half maart en had zijn piek rond de derde week van april.
- derde is een.....?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 25 - Quizvraag

aan de slag!
blz. 88-89 opdracht 9 t/m 11

Slide 26 - Tekstslide