Th2: B3: Cellen tm B7: eencellige organismen

Thema 2: Organen en Cellen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Organen en Cellen

Slide 1 - Tekstslide

B3: Cellen

Thema 2: Organen en Cellen

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?
Cellen
Verschillende typen
Dierlijke cellen
Plantaardige cellen
Celorganellen

Slide 3 - Tekstslide

Doelstellingen
  •  Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
  1. Werken met de microscoop: practica 1, 2 en 3 (blz. 150/151) (max 10 personen, 15 minuten)
  2. Basisstof 1 en 2 nakijken
  3. Zelfstandig basisstof 3 doorwerken 
* Ga naar leermiddelen in SOM
* thema 2: Organen en cellen
* Basisstof 3: cellen
* Bekijk de vijf filmpjes over cellen, schrijf de belangrijkste informatie in je schrift
* Maak de opdrachten van basisstof 3
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting B3 (in je schrift!)

Slide 6 - Tekstslide

Neem over noteer een x als de cel het onderdeel heeft
Celorganel
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Celkern
Vacuole
Plastiden

Slide 7 - Tekstslide

Plantaardige cel
Celorganellen:
- cytoplasma
- celmembraan
- celkern
- vacuole
- plastiden (bladgroen-, kleurstof- en zetmeelkorrels

Slide 8 - Tekstslide

Plantaardige cel
Celwand
Hoort niet bij de cel, maar is tussencelstof

Slide 9 - Tekstslide

Dierlijke cel
Celorganellen:
- celmembraan
- cytoplasma
- celkern

Slide 10 - Tekstslide

Maak een tabel
Celorganel
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Celwand
X
Celmembraan
X
X
Cytoplasma
X
X
Celkern
X
X
Vacuole
X
Plastiden
X

Slide 11 - Tekstslide

Plastiden
  1. Bladgroenkorrels: in groene delen van de plant
  2. Kleurstofkorrels: in cellen van bloemen en vruchten
  3. Zetmeelkorrels  : in cellen van wortels

Plastiden kunnen veranderen in alle andere plastiden, bijvoorbeeld een bladgroenkorrel kan een kleurstofkorrel worden

Slide 12 - Tekstslide

B4: De Celkern

Thema 2: Organen en Cellen

Slide 13 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?
Chromosomen
De bouw van DNA
De functie van DNA
Erfelijke eigenschappen

Slide 14 - Tekstslide

Doelstellingen
  •  Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Samenvatting B4 (in je schrift!)
Chromosomen: 
  • Lange dunne draden in de celkern.
  • Regelen alles wat er inde cel gebeurt
  • Bestaan uit DNA

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting B4 (in je schrift!)
DNA: 
  • Bevat de informatie van al jou erfelijke eigenschappen
  • De helft krijg je van je moeder en de andere helft van je vader
  • DNA bestaat uit basen
  • de basen zijn: A, T, C en G
  • A en T vormen altijd een paar en C en G
       vormen altijd een paar

Slide 17 - Tekstslide

En dan nu??!!
Lezen Basisstof 3: Cellen
Maken opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 van Basisstof 3

Slide 18 - Tekstslide

B5: Celdeling

Thema 2: Organen en Cellen

Slide 19 - Tekstslide

Waar gaat deze basisstof over?
Nieuwe cellen
Een kopie
Celcyclus
Stamcellen

Slide 20 - Tekstslide

Doelstellingen
  • Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
  • Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting B5 (in je schrift!)
Nieuwe cellen ontstaan door celdeling
Volgorde:
  1. Kopie van alle chromosomen
  2. Er ontstaan 2 kernen
  3. De cel deelt
  4. Plasmagroei (cel wordt groter)
  5. de cel specialiseert zich (bv spiercel of zenuwcel)

Slide 22 - Tekstslide

Samenvatting B5 (in je schrift!)
Stamcellen:
  • Cellen die oneindig vaak kunnen delen
  • Zorgen voor groei en herstel
  • Specialiseren tot cellen van het orgaan waarin ze voorkomen
  • bijvoorbeeld: een stamcel in een spier wordt een spiercel

Slide 23 - Tekstslide

B6: Weefsels

Thema 2: Organen en Cellen

Slide 24 - Tekstslide

Waar gaat deze basisstof over?
Weefsels van mensen
Tussencelstof
Weefsels van planten
Jaarringen

Slide 25 - Tekstslide

Doelstellingen
Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Slide 26 - Tekstslide

Samenvatting B6 (in je schrift!)
Weefsels van mensen:
  • Een groep cellen met dezelfde vorm en functie (taak)
  • bv: Spierweefsel, zenuwweefsel, botweefsel

Slide 27 - Tekstslide

Samenvatting B6 (in je schrift!)
Weefsels van planten:
  • Boven en onderkant = opperhuid
  • Huidmondjes
  • Bladmoes (weefsel tussen
        de opperhuid)

Slide 28 - Tekstslide

Samenvatting B6 (in je schrift!)
Cambium:
  • weefsel in de stam 
  • weefel ligt onder de schors
Jaarringen
  • 1 jaarring bestaat uit 2 lagen
  • lichte laag is gegroeid in de lente
  • donkere laag in de zomer

Slide 29 - Tekstslide

B7: Eencellige organismen

Thema 2: Organen en Cellen

Slide 30 - Tekstslide

Waar gaat deze basisstof over?
Eencelligen
Amoebe
Pantoffeldiertje

Slide 31 - Tekstslide

Doelstellingen
Je kunt uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel.

Slide 32 - Tekstslide

Samenvatting B7 (in je schrift!)
Eencelligen:
  • Organismen die bestaan uit één cel
  • Vertoont levenskenmerken (ademen, voeden, uitscheiden, waarnemen, bewegen, voortplanten en groeien)
  • Bijvoorbeeld: de amoebe en het pantoffeldiertje 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video