Zorg en begeleiding in de GGZ les 2

Zorg en begeleiding in de GGZ
Het zorgproces
2022-2023
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zorg en begeleiding in de GGZ
Het zorgproces
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Na deze les:
  • kun je vertellen wat bemoeizorg is
  • Kun je de 5 stappen van het zorgproces benoemen
  • minimaal 3 verschillen noemen tussen een persoonlijke - en een professionele relatie
  • uitleggen waarom het belangrijk is om het sociale netwerk bij de behandeling te betrekken

Slide 2 - Tekstslide

Wie is meestal de hoofdbehandelaar in de GGZ?
A
psycholoog
B
psychiater
C
huisarts
D
cliënt zelf

Slide 3 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
A
Het verpleegplan is een onderdeel van het behandelplan
B
Het verpleegplan en het behandelplan zijn hetzelfde
C
Het verpleegplan en het behandelplan hebben niets met elkaar te maken
D
Het behandelplan is een onderdeel van het verpleegplan

Slide 4 - Quizvraag

Hoe stelt een psychiater een medische diagnose?
A
Hij maakt gebruik van het DSM classificatie systeem
B
Hij voert lichamelijk onderzoek uit
C
Hij laat aanvullend (lichamelijk) onderzoek uitvoeren
D
Alle hiervoor genoemde items zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer mag je de regie van een zorgvrager met een psychiatrische stoornis overnemen?
A
Nooit
B
Als de familie daar toestemming voor geeft
C
Als de zorgvrager zichzelf in gevaar brengt
D
Als de zorgvrager zichzelf niet meer goed verzorgt

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent bemoeizorg?
A
hulp aan zorgvragers die in hun beleving geen zorg nodig hebben
B
tijdens je zorgverlening ben je vooral bezig met het sociale netwerk van de cliënt
C
feedback geven aan collega's, waarin je je bemoeit met hun zorgverlening
D
de eigen regie van de cliënt, hij/zij bemoeit zich met de zorg

Slide 7 - Quizvraag

Wat is forensische GGZ?
A
GGZ voor mensen die verslaafd zijn
B
GGZ voor volwassenen die een strafbaar feit hebben gepleegd
C
GGZ voor ouderen
D
GGZ voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening

Slide 8 - Quizvraag

Wat is openbare GGZ?
A
GGZ die toegankelijk is voor iedereen
B
GGZ aan mensen die geen geloof aanhangen
C
GGZ voor mensen met een verslaving
D
GGZ voor mensen aan de rand van de samenleving

Slide 9 - Quizvraag

Wat is zelfredzaamheid?
A
Jezelf kunnen helpen in het dagelijks leven
B
Kunnen functioneren in je woon- en leefomgeving
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout

Slide 10 - Quizvraag

Het zorgproces
Zorg en begeleiding in 5 stappen:
1. Verzamelen van informatie
2. Inschatten van de zorgsituatie
3. Plannen van zorgacties
4. Uitvoeren van zorgacties
5. Evalueren

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijke relatie:
  • Emotionele band
  • Wederkerigheid in gevoelens en gedachten
  • relatie onbegrensde duur / niet aan tijd en plaats gebonden
  • komt vrijwillig tot stand
Professionele relatie:
  • doel van relatie is verlenen van hulp
  • betrekkelijke vrijwilligheid (zv geen keuze in hulpverlener)
  • functionele openheid van kant van hulpverlener
  • afbakening in tijd en plaats

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijke aspecten in de relatie 
  • Houding/attitude
  • Therapeutisch effect 
  • Afstand en nabijheid (betrokken zijn)
  • Machtsverschil en gelijkwaardigheid
  • Risicogedrag

Slide 13 - Tekstslide

Houding
  • Respect
  • Inlevingsvermogen
  • Echtheid 

Slide 14 - Tekstslide

Therapeutisch effect
De relatie draagt positief bij aan de verandering en/of behandeling van de psychiatrische stoornis.
Inzetten Eigen kracht

Slide 15 - Tekstslide

  • In het zoeken van nabijheid schuilen grote valkuilen. Je kunt bijvoorbeeld gemakkelijk verstrikt raken in de problematiek van de zorgvrager. Dit risico is groot als problemen van de zorgvrager overeenkomen met (vroegere) problemen van jezelf. Je kunt dan te betrokken raken, omdat de problemen van de zorgvrager je te sterk raken.
  • Een oorzaak voor het te veel op afstand blijven is nogal eens een gebrek aan invoelend vermogen.

Slide 16 - Tekstslide

Machtsverschil en gelijkwaardigheid
  • Niet betuttelen
  • Respecteer keuzes zoveel mogelijk
  • wet zorg en dwang

Slide 17 - Tekstslide

Risico gedrag
  • Dreiging/agressie
  • Gedrag waardoor zv een gevaar voor zichzelf wordt

Heb aandacht voor jezelf, je veiligheid en je eigen behoeften

Slide 18 - Tekstslide

Aandacht voor sociaal netwerk
  • Familieleden hebben vaak al veel meegemaakt voor de opname.
  • Geef hen informatie, betrek hen erbij.
  • Heb aandacht voor waar zij mee zitten (draaglast en draagkracht).
  • Ze zijn een bron van informatie over de zorgvrager.
  • Ook kunnen ze goed ingezet worden bij het herstelproces van de zorgvrager.
  • Let op: hiervoor moet je toestemming van de zv hebben!


Slide 19 - Tekstslide

Taakvolwassenheid
In hoeverre is iemand in staat en bereid om zijn/haar taken uit te voeren
Dit bepaalt jouw begeleidingsstijl.
4 mogelijkheden: 
  1. niet in staat en niet gemotiveerd (directieve begeleidingsstijl- instrueren)
  2. niet in staat, maar wel gemotiveerd (overtuigende begeleidingsstijl - overtuigen)
  3. wel in staat, maar niet gemotiveerd (participerende begeleidingsstijl - ondersteunen)
  4. wel in staat en ook gemotiveerd (delegerende begeleidingsstijl) 
Taakvolwassenheid kan variëren per taak



Slide 20 - Tekstslide

Sturing bieden:
  • beslissingen nemen voor de zorgvrager;
  • hem bewegen tot bepaalde gewenste beslissingen;
  • hem vertellen wat, wanneer en hoe hij iets moet doen;
  • hem controleren of hij het ook op de manier doet waarop je hem hebt geïnstrueerd.
Ondersteuning bieden: 
  • De zorgvrager aanmoedigen of bemoedigen;
  • Naar de zorgvrager luisteren, hem complimenten geven, troosten of advies geven.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video