In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.8 Verweringsmateriaal in beweging
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Hoe verandert het landschap als verweringsmateriaal in beweging komt?
Slide 2 - Tekstslide
Aardverschuivingen
Open een site van een nieuwszender of krant.
Zoek binnen de site op aardverschuiving.
Bekijk een aantal van de artikelen/video's
Let ook op de data van de artikelen. Hoe vaak komt dit wel niet voor?
Vraag jezelf af: hoe zijn deze aardverschuivingen ontstaan?
Slide 3 - Tekstslide
Kies twee berichten uit over aardverschuivingen. Noteer de locaties van de aardverschuivingen. Geef per bericht aan wat de oorzaak van de aardverschuiving is.
Slide 4 - Open vraag
Maak de juiste combinaties
Slide 5 - Open vraag
Onder welke weersomstandigheden komt materiaal vooral in beweging?
A
Droog en zonnig weer
B
Regenachtig weer
C
Na hevige sneeuwbuien
D
Als het in de lente plotseling warmer wordt
Slide 6 - Quizvraag
Voor welke drie soorten aardverschuivingen is een groot hoogteverschil noodzakelijk?
Slide 7 - Open vraag
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in het voorjaar een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de zomer een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 9 - Quizvraag
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de herfst een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 10 - Quizvraag
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de winter een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 11 - Quizvraag
Verklaar het antwoord van de laatste meerkeuzevraag.
Slide 12 - Open vraag
Rivieren transporteren sediment. De korrelgrootte bepaalt de wijze waarop. Maak de juiste combinaties 1. Zand ; 2. Klei ; 3. Grind A. Rollend ; B. Zwevend ; C. Springend
Slide 13 - Open vraag
Op de afbeelding is sprake van ...
A
Horizontale erosie
B
Verticale erosie
Slide 14 - Quizvraag
Op de afbeelding is sprake van ...
A
Horizontale erosie
B
Verticale erosie
Slide 15 - Quizvraag
Op de afbeelding is sprake van ...
A
Horizontale erosie
B
Verticale erosie
Slide 16 - Quizvraag
Leg uit hoe verticale en horizontale erosie plaatsvinden en hoe het verschil tussen deze twee ontstaat.
Slide 17 - Open vraag
Gebruik de atlas. Noteer voor de volgende rivieren de belangrijkste klimaatzone(s) waar hij doorheen stroomt. 1. Amazone ; 2. Missisippi ; 3. Kongo ; 4. Huang He ; 5. Jenisej ; 6. Ganges
Slide 18 - Open vraag
Bekijk de tabel. Welke uitspraken zijn juist?
A
De rivier die het meeste water vervoert is de langste rivier
B
De rivier die het meeste water vervoert heeft het grootste stroomgebied
C
De rivier die het minste water vervoert is de kortste rivier
D
De rivier die het meeste sediment vervoert is de rivier met het grootste stroomgebied
Slide 19 - Quizvraag
Bekijk nog eens de tabel. Wat valt je op bij de rivier die het meeste sediment vervoerd? Hoe is dit te verklaren?